Onderwijs & opvoeding

Driestar gaat de grens over

Kijken over de grenzen is een trend in het hoger onderwijs. Ook Driestar Educatief doet eraan mee. Vijf studenten van ”all over the world” volgen lessen aan de Goudse hogeschool. Binnenkort waaieren tien Driestarstudenten uit naar andere landen. „Leren van elkaars cultuur is een uitdaging.”

Evert van Dijkhuizen
28 October 2010 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 12:18
Driestar Hogeschool heeft voor het eerst een internationale klas met studenten uit vijf verschillende landen. Op de voorgrond v.l.n.r. opleidingsmanager  Wim Lindhout, de Indonesische student Indra Rinaldi, pabostudente Anneke Visser en beleidsmedewerker
Driestar Hogeschool heeft voor het eerst een internationale klas met studenten uit vijf verschillende landen. Op de voorgrond v.l.n.r. opleidingsmanager Wim Lindhout, de Indonesische student Indra Rinaldi, pabostudente Anneke Visser en beleidsmedewerker

Ze hebben deze dinsdag een openboektentamen, de vijftien studenten van de internationale klas van Driestar Hogeschool. Jacob Jan Matze laat bij de dagopening Psalm 84 zingen. Indra Rinaldi uit Indonesië leest Psalm 97. Pieter van der Hoek mediteert en bidt. Alles in het Engels, de voertaal van de internationale klas.

Het tentamen begint met een videofragment. Een zwarte docent voor een Amerikaanse klas heeft ordeproblemen. Na veel botsingen besluit hij zijn ”pupils” niet langer als kinderen, maar als verantwoordelijke volwassenen te behandelen. Is zijn gedrag een voorbeeld van christelijke pedagogiek? Waarom wel, waarom niet? „Mistakes in English are no problem, but try to write or type as clear as possible”, staat er bij vraag één.

De internationale klas, met de grensoverschrijdende slogan ”Christian education: crossing the borders”, behoort tot het vierde leerjaar van zowel de pabo als de lerarenopleiding voortgezet onder­wijs. Gedurende drie maanden verdiept de groep zich in christelijke pedagogiek en didactiek. De Driestarstudenten treden op als buddy van de buitenlandse studenten om hen wegwijs te maken in de Nederlandse cultuur. Daarna gaan ze zelf drie maanden naar het buitenland om hun kennis en ervaring in te zetten in een andere cultuur en daar nieuwe dingen te leren.

De internationale klas in Gouda draait dit jaar voor het eerst. Er waren drie redenen om ermee te beginnen, zeggen pabomanager Wim Lindhout en beleidsmedewerker Lydia Bor. „Internationalisering is een hot item in het hoger onderwijs, we wilden onze kennis als onderwijsinstituut graag breder, over de grens verspreiden en we zochten een mogelijkheid voor onze studenten om langer dan de tot nu toe gangbare twee, drie weken in het buitenland te kunnen verblijven. Via de inter­nationale klas kunnen we deze drie doel­stellingen realiseren.”

De vijf buitenlandse jongeren die op dit moment meedoen aan de internationale klas komen uit Indonesië, Guatemala, Hongarije en Roemenië. Ze studeren sinds eind augustus aan de Goudse hoge­school en gaan volgende maand weer terug naar hun eigen land. Lindhout: „Ze moesten een sollicitatiebrief schrijven om toegelaten te worden. We hebben er onder meer op gelet of ze qua levens­beschouwing passen bij de christelijke identiteit van onze school en of ze het Engels voldoende beheersen.”

Centraal in het drie maanden durende programma staat de bezinning op christelijke pedagogiek aan de hand van zowel Nederlandse als buitenlandse pedagogen. „Het thema wordt uitgewerkt in drie leerprincipes. De studenten ontmoeten elkaar en wisselen kennis en ervaring uit. Ze krijgen twee dagen per week college en lopen één dag per week stage op een praktijkschool. Ze reflecteren op wat ze leren en aan ervaring opdoen.”

Lindhout en Bor zijn overtuigd van de meerwaarde van de internationale klas. „Studenten ervaren het als een uitdaging om over de grenzen te kijken, ze leren enorm veel Engels, ze krijgen een bredere blik en ze verdiepen zich intensief in andere culturen. Bij sommigen zie je dat dit leidt tot bezinning op de vraag of ze in de toekomst ontwikkelings- of zendingswerk willen gaan doen.”

De leeftijd van de buitenlandse studenten loopt uiteen van begin tot eind twintig. Sommigen studeren nog aan een pabo of leraren­opleiding in hun eigen land, anderen staan voor de klas. Zo geeft de 29-jarige Indra Rinaldi al zeven jaar les op een christelijke basisschool in Indonesië. Hij ziet de internationale klas als een uitgelezen kans om zijn kennis van christelijke pedagogiek en didactiek te vergroten.

Vierdejaarspabostudente Anneke Visser (20) is een van de tien buddy’s die de vijf buitenlandse studenten begeleiden. „Ik ga het steeds meer als een voorrecht beschouwen dat we in Nederland zo veel christelijke scholen hebben. Wij zijn eraan gewend, maar door de contacten die ik nu heb, zie ik dat dit in andere landen veel minder of soms helemaal niet vanzelfsprekend is.” Visser gaat binnenkort drie maanden naar Canada voor het tweede deel van haar specialisatie, in vaktaal: minor.

De vijf buitenlandse studenten verblijven in twee woningen –één voor de dames, één voor de heren– in Moerkapelle, die gratis ter beschikking zijn gesteld door parti­culieren. Bor: „Indra Rinaldi komt elke dag, ook bij regen en wind, met de fiets naar Gouda. Het geld voor openbaar vervoer dat hij daarmee uitspaart, geeft hij aan zijn ouders in Indonesië.”

De buitenlandse studenten betalen 950 euro voor de internationale klas. Daar komende de kosten voor levensonderhoud bij. Lindhout: „Sommigen betalen alles zelf, anderen hebben een beurs. Zo sponsoren Woord en Daad en de stichting Onder­steuning Gereformeerd Onderwijs (OGO) in Oost-Europa de inter­nationale klas, omdat ze het belangrijk vinden dat deze studenten de hier opgedane kennis en ervaring inzetten voor de verbetering van het christelijk onderwijs in hun eigen land.”

Driestar Hogeschool wil de internationale klas in de toekomst openstellen voor maximaal twintig studenten: tien van de eigen hogeschool en tien buitenlandse. De werving voor het nieuwe studie­jaar is al gestart. Lindhout: „We merken dat de minor populair is. We willen er echter voor waken dat straks de helft van onze vierdejaarsstudenten hiervoor kiest, terwijl we nog verschillende andere minors aanbieden, zoals vakleerkracht bewegingsonderwijs en rekenspecialist.”

Wat Rinaldi opvalt in Nederland? „Dat zo veel mensen hier Engels spreken. Tot en met een ”old lady” toe die mij laatst onderweg hielp met de verlichting van m’n fiets.” Hij lacht. „En dat eenden hier vrij rondzwemmen en -vliegen. In Indonesië kom je ze alleen in het restaurant tegen. En Wilders natuurlijk. Hij opent de ogen van christenen voor het gevaar van de islam. Dat vind ik goed.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer