Begroting EU blijft binnen limiet
De begroting van de Europese Unie zal volgend jaar voor het eerst de grens van 100 miljard euro overschrijden. Zij blijft echter ruimschoots onder het eerder afgesproken plafond.
Commissaris Schreyer (Begrotingszaken) heeft woensdag in Brussel een eerste versie van de budgettaire plannen gepresenteerd. In de lopende twaalf maanden omvatten de betalingsverplichtingen ruim 90 miljard euro. In 2004 treedt er een toename op tot 100,6 miljard.
De tot de Groenen behorende politica spreekt niettemin van een gematigd voorstel, omdat in die groei ook de verhogingen zijn verwerkt die samenhangen met de uitbreiding. Laatstgenoemd project krijgt op 1 mei volgend jaar zijn beslag. Vanaf die dag telt de EU 25 landen.
De uitgaven liggen in ieder geval ver onder de limiet waartoe in maart 1999 door de regeringsleiders, tijdens een speciale top in Berlijn, is besloten. Zij bepaalden toen voor een periode van zeven jaar de bovengrens van de gemeenschappelijke begroting. Die bedraagt 1,27 procent van het gezamenlijk bruto nationaal product (bnp) van de lidstaten. Schreyer zegt met de thans voorziene betalingen uit te komen op slechts 0,99 procent.
Landbouw blijft met 45,8 miljard euro de grootste post. Daarvan zal 4,8 miljard naar plattelandsontwikkeling gaan.
De toetreding van tien nieuwe leden veroorzaakt een stijging van de interne kosten van bijna 10 procent, tot 6,11 miljard euro. Het meeste geld in dat verband wordt gereserveerd voor de salarissen voor aan te trekken extra personeel, waarbij het vooral gaat om tolken en vertalers. Ook zijn er financiële middelen nodig voor de noodzakelijke aanpassingen in de gebouwen.
De Europese Commissie maakte woensdag ook bekend dat de vijftien EU-landen in 2001 86 miljard euro of 0,99 procent van hun totale inkomsten, het bruto nationaal product (bnp), hebben besteed aan staatssteun.
Dat is weliswaar een verbetering ten opzichte van 1997, toen het totale bedrag aan staatssteun op 102 miljard uitkwam, maar niet minder dan in 2000.
Veruit de meeste steun gaat naar landbouw, visserij en transport. Zonder die sectoren is staatssteun goed voor 0,38 procent van het bnp. Nederland geeft 0,98 procent bnp aan staatssteun (exclusief landbouw, visserij en transport nog maar 0,15 procent). De EU-landen hebben afgesproken de overheidshulp aan bedrijven te beperken, omdat dat de concurrentie verstoort.