De Koude Oorlog herleeft
De Koude Oorlog herleeft. Het Royal Air Force Museum in Cosford (Engeland) brengt de gewapende vrede tussen Oost en West opnieuw tot leven. Met bommen en granaten.
Een frisse wind waait over de vlakte bij de RAF-luchtmachtbasis Cosford, onder de rook van Birmingham. Rechts staan vier kloeke hallen van het RAF-museum in Shropshire, een vriendelijk glooiend graafschap op de grens met Wales.
Bezoekers van het Britse luchtmachtmuseum staan vrijwel direct oog in oog met een Nederlandse kist. Op het gras prijkt een heuse Lockheed P2H Neptune 204, de voorloper van de Orions van de Koninklijke Marine. De tweemotorige ‘prop’ voor duikbootbestrijding weegt 36.240 kilo.
Cosford telt meer zwaargewichten. Het RAF-museum herbergt een uitgebreide vloot jagers, bommenwerpers, verkenningsvliegtuigen, transportoestellen en helikopters. Tussen de meer dan zeventig tentoongestelde militaire kisten bevinden zich zeldzame types als de Spitfire, de Mitsubishi Dinah en een Avro Lincoln.
Het RAF-museum heeft vier enorme hallen nodig om de reusachtige vliegtuigen te herbergen. „De tentoonstelling bevat slechts een fractie van de totale collectie van ons museum”, aldus directeur dr. Michael Fopp.
Het museum toont de successen en de mislukkingen in de ontwikkeling van de militaire luchtvaart. De eerste hal staat bomvol testvliegtuigen. Experimentele ontwerpen, die niet altijd in productie zijn genomen. Bijvoorbeeld de TSR2. Van deze supersonische bommenwerper, ontwikkeld voor de RAF, zijn ooit slechts twee prototypes gebouwd. De Britten gaven uiteindelijk de voorkeur aan de Amerikaanse F111.
De tweede hangar is gevuld met zeldzame oorlogsvliegtuigen. Ook van vreemde mogendheden. Bezoekers treffen hier een Duitse Messerschmitt Me163 Komet en de Japanse Mitsubishi KI-46 Dinah. Hier staat ook de Avro Lincoln in vol ornaat. Onder aan de romp van de zware bommenwerper uit augustus 1945 bevindt zich een glazen geschutskoepel voor de boordschutter. De Lincoln liep te laat van de band om nog een actieve rol in de oorlog te kunnen spelen.
Aan de andere kant van het gangpad staat een modernere Britse Tornadogevechtsjager. Iets verderop wacht een Catalina, een exemplaar van het meest gebouwde model watervliegtuig. De laatste hal, ”Hangar 1” telt voornamelijk transportvliegtuigen. En een lange rij vliegtuigmotoren, voor de fijnproever.
Het RAF-museum brengt met een 12,4 miljoen euro kostende tentoonstelling in een speciaal gebouwde hal veertig jaar Koude Oorlog tot leven. Met straaljagers, pantservoertuigen, een tank, ballistische raketten, torpedo’s en legerjeeps. Ergens middenin staat de 11,66 meter lange Skybolt, een nucleaire luchtdoelraket. Nu even zonder kernkop.
Bij de ingang is een stukje Berlijnse Muur nagebouwd. Inclusief de afschrikwekkende wachttorens, prikkeldraadversperring en zoeklichten. Een gezinnetje tuurt vanaf een trapje over de muur. „You’re leaving the American sector.”
Ruime aandacht besteedt het RAF-museum aan de belegering van Berlijn. Het Westen slaagt erin van juni 1948 tot mei 1949 een hele stad via een luchtbrug te bevoorraden. De hoeveelheid aangevoerde goederen is fabelachtig. Amerikanen en Britten vliegen elke dag 2000 ton voedsel naar Berlijn, waarvan 40 ton aan droge melk. Op het hoogtepunt van de luchtbrug vindt er elke negentig seconden een start of landing plaats. De westerse mogendheden leggen met 689 vliegtuigen in 277.804 vluchten in totaal 200.230.415 kilometer af.
Veel aandacht is er ook voor de Cubaanse crisis, de pogingen van de Sovjet-Unie om raketten in de achtertuin van de VS te stationeren. En over de luidruchtige inzet van de vredesbeweging in Europa.
Het meest boeiend, hoe kan het ook anders in een luchtvaartmuseum, blijven de vliegtuigen. Op de grond of aan het plafond. Kenners smullen bij de Russische Mig-15 en Mig-21, tegenover de Britse Gloster Javelin of Canberra.
In Cosford staan de drie Britse nucleaire bommenwerpers –”the V-force”– bij elkaar opgesteld: de Valiant, de Vulcan en de Victor. De eerste met speciale verf compleet wit gespoten, om het te beschermen tegen een nucleaire explosie.
Een handig ”guidebook” voert bezoekers langs de hoogtepunten van het museum. En wijst hen op saillante details.
>> rafmuseum.org >> visitbritain.nl >> shropshire.gov.uk
Gratis vliegtuigen kijken
Engeland telt twee musea voor militaire luchtvaart. In Londen en Cosford, in de nabijheid van Birmingham.
De Londense vestiging telt meer dan honderd militaire toestellen in vijf themahallen. Het filiaal in Cosford beschikt over meer dan 75 vliegtuigen, waarvan de meeste zijn opgesteld in vier hallen. Bezoekers kunnen een ‘vluchtje’ maken in een vluchtsimulator.
Vliegtuigen zijn van dichtbij te bewonderen en –als niemand het ziet– ook eventjes aan te raken. Beide musea, overheidsinstellingen, zijn gratis toegankelijk.