Clasina over pup Tijs
Er wordt geknaagd aan de poten van mijn salontafel. Onder een ooit zorgvuldig aangebracht koloniaal kleurtje schemert goedkoop blank hout. Heel erg is dat niet, de tafel is toch niet meer dan een kist op pootjes, met schrammen en butsen.
Voordat ik in mei een pup in huis haalde keek ik rond in de woonkamer om te zien of er iets was wat echt niet kapot mocht. De stoelen? Als de pup daaraan begint, koop ik misschien eindelijk een serieuze set, waarvan de sporten weer stevig vastzitten.
Het kastje met de glazen deurtjes. Valt een pup wel eens door glazen deurtjes? Vast niet. Eventueel moet dat meubelstuk dan maar een tijdje met het gezicht naar de muur staan, want dat kastje is een kastje met geschiedenis en ik hou ervan. De pootjes zijn kort en bol en hard. Puppyproof.
De bank. Fijn meubel. Toen de pup al gearriveerd was, hoorde ik af en toe gekrabbel vanonder de bank. Ik snorde een kleed op dat ik vanaf de onderkant om de bank zou doen, heel ingewikkeld en ingenieus, zodat de vlijmscherpe tandjes geen schijn van kans zouden krijgen. Het kleed wordt tot op de dag van vandaag door de pup gebruikt om op te liggen of om ermee in gevecht te gaan. Het kwam er niet van het om de bank vast te maken. Het was niet echt nodig.
Pup Tijs bleek een wereldpup. Hij knaagde op kluifjes, lege eierdozen, plastic flesjes en knuffels (5 voor 1 euro bij de kringloop). Hij sjeesde achter balletjes aan en veranderde lege dozen in duizend stukjes. Hij verscheurde kranten. Allemaal vreedzaam en onschadelijk. Een hoop rommel, weinig zware schade.
Toen zijn gebit wisselde in een grotehondengebit en hij zijn voorpoten op de vensterbank en op het aanrecht kon zetten, werd Tijs driester. Op een dag raapte ik de resten van een minicactusje van de vloer; enkele rode bolletjes die erop prijkten waren er zorgvuldig af gebeten. Ik stopte de cactus terug in zijn restje potgrond en plaatste hem voor het raam, waar hij de volgende dag weer was weggeplukt. Nu waren de laatste rode bolletjes verdwenen en was er een begin gemaakt met het groene gedeelte. Ook kan het tegenwoordig gebeuren dat er een lege pan van het aanrecht verdwijnt, die na enig zoeken in een hoek van de kamer blijkt te staan. Sommige zaken moeten wel worden veiliggesteld.
Ik ben blij dat ik geen dure meubels heb. Zo kun je nog eens een pup nemen. Maar zelfs al had ik een salontafel gehad die wél representatief was: als je er lege eierdozen en een flodderig girafje voor in de plaats geeft, kan een pup daar zomaar mee akkoord gaan. Afleiden is echt een toverwoord. Wél onvervangbaar is inmiddels pup Tijs zelf. Ik moet er niet aan denken dat iemand, zeg, aan zijn poten zou gaan knagen.