Dat maakten de fondsen donderdag bekend.

De indicator, die aangeeft of een fonds in staat is in de toekomst aan de financiële verplichtingen te voldoen, kende heftige schommelingen in de afgelopen periode, door veranderingen in de rentestand. De bezittingen van ABP namen in het derde kwartaal met 5,7 procent toe tot 13 miljard euro.

Met de dekkingsgraad van eind augustus loopt ABP achter op het herstelplan, dat uitgaat van een dekkingsgraad van 96 procent aan het eind van het jaar. „Als dat niet het geval is, zal het bestuur begin 2011 moeten bekijken welke aanvullende maatregelen ABP moet nemen bovenop de maatregelen uit het herstelplan. Dat zou kunnen betekenen dat de premie tijdelijk verder omhooggaat of dat pensioenrechten worden verminderd. De laatste maatregel wordt gezien als een uiterste redmiddel”, aldus ABP.

PME behaalde in het derde kwartaal een rendement van 7,5 procent. Bij de dekkingsgraad wordt aangetekend dat hierin de nieuwe, hogere, schattingen over de levensverwachting van de deelnemers nog niet is meegenomen. Wanneer dat wel gebeurt, kan dit een verschil van 3 tot 4 procentpunt maken op de dekkingsgraad, aldus PME.

Over de eerste drie kwartalen van dit jaar behaald PME een „historisch hoog” rendement van 16,1 procent. De rente, waartegen de pensioenverplichtingen worden berekend, daalde in het derde kwartaal van 3,15 naar 2,78 procent. „Die rente was eind 2009 nog 3,9 procent.”

De pensioenverplichtingen stegen in het derde kwartaal met 1,7 miljard euro verder tot 25,2 miljard. De beleggingen namen met 1,6 miljard euro toe tot 23,7 miljard euro.