Gedogen of ageren
Het blijft voor mij wennen: ons kabinet kent naast een regeerakkoord ook een gedoogakkoord. Gedogen is bewust een situatie laten voortbestaan die niet wenselijk of toegestaan is. In het gedoogakkoord is overeengekomen onder welke voorwaarden de PVV het beleid van dit kabinet wil tolereren, dulden, toelaten, toestaan, verdragen.
Deze verworven gedoogsteun is essentieel om draagvlak te houden in het parlement. Het zal een labiel evenwicht blijken. Een partij of persoon met gedoogmacht zal op velerlei wijze kunnen blijven ageren (aanvallen) of zijn wil doorzetten. Wat is er veranderlijker en meer onvoorspelbaar dan ons menselijk gedrag? Het optreden van de PVV stelt nog niet gerust. Waar ligt de grens van het gedogen? De praktijk zal het uitwijzen.
Het zet mij aan het nadenken. Hoeveel gedogen wij eigenlijk? Wie de decaloog ernstig neemt, kan principieel de zonde als overtreding van Gods geboden niet gedogen. Als het goed is zien we eerst de balk in eigen oog alvorens iets te zeggen over de splinter in andermans oog. Is alleen lijdelijk toezien de oplossing? De Tien Geboden zijn toch heilzaam voor heel de samenleving? We moeten alles doen wat in ons vermogen ligt om Gods Woord tot meerdere erkenning te brengen.
Hoe doen we dat? Door de dialoog met andersdenkenden en ”andersdoeners” aan te gaan. Door in woord en wandel zelf het goede voorbeeld te geven. Dat begint op de plek waar we gesteld zijn. Een verdeeld huis is nooit krachtig naar buiten. Kerkelijke verdeeldheid is fnuikend voor de werfkracht om ook onze naaste voor Christus te winnen. We hebben elkaar meer dan ooit nodig.
Als we opmerkzaam zijn, zien we de tekenen van de eindtijd. De liefde van velen zal verkillen. De publieke opinie wordt bepaald niet toleranter naar christenen. Er zijn veel karikaturen. Films over Staphorst en Rijssen, boeken over de Zeeuwse orthodoxe gemeenschap of over het bevindelijke leven op de Veluwe. Ze tekenen bewust een eenzijdig beeld en ridiculiseren onze leer en ons leven. Ze proberen te illustreren dat religie leidt tot een gevaarlijke vorm van blikversmalling.
De beeldcultuur (wat we zien is waar, hoe gemanipuleerd ook) heeft een verwoestende invloed op ons allemaal. Karikaturen moeten gezaghebbend worden weerlegd, niet alleen in de eigen kerkelijke bladen maar ook in de seculiere media. Wie heeft die moed?
Woorden wekken, voorbeelden trekken. We kunnen en mogen lauwheid niet gedogen. Allemaal hebben we een roeping, een taak, een verantwoordelijkheid. Dat vraagt om een actieve houding. We moeten veel meer leren ageren, op een passende wijze de aanval kiezen. Te vaak opereren we vanuit het defensief. Dan hebben we de eerste slag al verloren.
Ik zie bemoedigende initiatieven om de dialoog met andersdenkenden aan te gaan. ”Omhoog kijken in platland” bijvoorbeeld is een boek dat mij helpt het gesprek met mijn ongelovige naaste goed vorm en inhoud te geven.
Dat vraagt geduld, lankmoedigheid. Iemand die zendingswerk verricht, beseft wat dat betekent. Missionaire arbeid is langetermijnwerk. Het ombuigen van een heidense cultuur naar een Bijbelse vraagt om een tijd van gedogen, van geduld. Als ik diep doordrongen ben van de lankmoedigheid van de Heere Jezus over mij, zie ik in Hem het grootste voorbeeld. De zonde mag ik nooit gedogen, maar Hij was oneindig diep met de zondaar bewogen. Met innerlijke ontferming. Ook met de vluchteling, de vervolgde en de vreemdeling in de poort. Ik wens onze SGP-broeders in het parlement veel wijsheid toe in het laveren tussen gedogen en ageren.
De auteur is werkzaam bij De Nederlandsche Bank (DNB), toezicht pensioenen. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl