Cultuur & boeken

Uitleg bij de Psalmen

De Psalmen vormen waarschijnlijk het meest gelezen Bijbelboek van het Oude Testament. Van jongs af aan leren en zingen we de psalmen. Of we ze altijd begrijpen, is een tweede vraag. Een nieuw Bijbelcommentaar is daarom een welkome aanwinst. Het nieuwste deel van de ”Studiebijbel Oude Testament” geeft een uitleg van Psalm 1 tot en met 106.

Drs. A. Versluis
21 October 2010 07:03Gewijzigd op 14 November 2020 12:13
Afbeelding van koning David op een kerkbank in de slotkerk van de Duitse stad Friedrichshafen. Foto Andreas Praefcke
Afbeelding van koning David op een kerkbank in de slotkerk van de Duitse stad Friedrichshafen. Foto Andreas Praefcke

Het boek Psalmen wordt ingedeeld in vijf bundels (1-41, 42-72, 73-89, 90-106, 107-150), waarvan de eerste vier in dit commentaar worden uitgelegd. Na een algemene inleiding over de Psalmen volgt de uitleg. In de ”Studiebijbel” staat steeds op de linkerbladzijde de Hebreeuwse tekst met een vertaling en rechts de uitleg. Na de uitleg volgt de ”boodschap” en soms de lijn naar het Nieuwe Testament.

Waar het onderdeel ”boodschap” over gaat, verschilt echter nogal: soms is het een samenvatting van de boodschap van de psalm, soms wordt hier de lijn naar het Nieuwe Testament of naar vandaag getrokken en een enkele keer wordt een geschiedenis genoemd waarin de psalm een rol heeft gespeeld.

Het boek sluit af met een aantal excursen waarin dieper wordt ingegaan op sommige thema’s. Sommige hebben een direct verband met het Psalter (bijvoorbeeld literaire aspecten van de Psalmen, Messiaanse psalmen), andere zijn meer algemeen (ziekte en genezing in het Oude Testament).

Het is zeer te waarderen dat er een Nederlandstalig Bijbel­commentaar verschijnt dat uitgaat van de Bijbel als Gods Woord. De delen van de ”Studiebijbel” verschijnen bovendien in een hoog tempo. Het boek is met name bedoeld voor geïnteresseerde gemeenteleden. Dat betekent niet dat de schrijvers hun theo­logisch huiswerk niet hebben gedaan, integendeel. Geregeld is de exegese gebaseerd op de meest recente literatuur. Zo wordt bij Psalm 72 aandacht besteed aan de Qeiyafa-inscriptie, die pas dit jaar gepubliceerd is. Deze tekst roept (althans volgens een van de vertalingen) op recht te doen aan slaven, weduwen, wezen en vreemdelingen. Natuurlijk zal een theoloog het een en ander missen in deze ”Studiebijbel”, maar voor geïnteresseerde gemeenteleden is het bijzonder goed materiaal.

Dit commentaar benadrukt de eenheid van het boek Psalmen. In recent onderzoek is er aandacht voor dat de 150 Psalmen niet willekeurig bij elkaar gezet zijn, maar vaak een betekenisvolle samenhang hebben. Volgens dit commentaar zijn er niet alleen Messiaanse psalmen, maar heeft ook het Psalmboek als geheel een Messiaanse strekking. Verder wordt bij elke psalm geprobeerd de plaats en functie ervan in het geheel van het boek te duiden. Soms is deze benadering erg geslaagd, zoals bij Psalm 90, 91 en 92. Psalm 91 geeft antwoord op het gebed aan het slot van Psalm 90, terwijl Psalm 92 een danklied is voor die verlossing. Soms is het ook wat geforceerd, of zelfs onwaarschijnlijk, bijvoorbeeld waar wordt gesuggereerd dat Psalm 5 gebruikt zou zijn bij de ochtendliturgie en zo verbonden zou zijn met Psalm 3.

Ten slotte twee opmerkingen bij het boek als geheel. Ten eerste is de uitleg in dit commentaar vaak sterk historiserend: de auteurs proberen een psalm zo precies mogelijk te plaatsen in het leven van David. Zo wordt bij de tekst dat God aan David meer vreugde geeft dan anderen hebben bij een overvloed van koren en most (Psalm 4:8), verwezen naar de geschiedenis van David bij Nabal.

Deze historiserende benadering komt ook naar voren in de visie op het Psalter als geheel. Zo zou in het eerste boek (Psalm 1 tot en met 41) Davids leven centraal staan. Een bezwaar tegen deze manier van uitleg is echter dat de Psalmen zelf meestal vrij vaag zijn over de historische context. Als de Bijbeltekst zelf geen nauwkeurige datering geeft, is dat voor de uitleg blijkbaar niet het belangrijkst. Overigens lijkt deze historiserende lezing bij latere psalmen minder aanwezig.

Een tweede opmerking betreft de visie op de verhouding tussen het Oude en het Nieuwe Testament, die in het commentaar op sommige psalmen doorklinkt. Vooral bij psalmen waarin gebeden wordt om Gods oordeel over de godde­lozen plaatsen de auteurs het Oude en het Nieuwe Testament mijns inziens te snel en te sterk tegen­over elkaar. Tegenover de bede om verwerping in het Oude Testament staat dan de voorbede voor vijanden in het Nieuwe Testament (Psalm 5 en 58). Mijns inziens is hier vanuit het Oude Testament meer te zeggen (en ook in het Nieuwe Testament wordt gebeden om Gods vergelding, Openbaring 6:10).

Ronduit mis gaat het bij Psalm 83. De ”boodschap” bij deze psalm eindigt met de opmerking dat de retoriek van Hamas en Hezbollah tegen Israël doet denken aan sommige woorden van deze psalm. Zo’n ‘uitleg’ helpt niet om deze psalm te verstaan als Woord van God.

Deze opmerkingen nemen niet weg dat dit commentaar een aanwinst is. Het geeft een grondige uitleg van de Bijbeltekst en is zeer bruikbaar voor geïnteresseerde Bijbellezers.

Bijbelcommentaar Psalmen I. Studiebijbel Oude Testament 7, M. J. Paul, G. van den Brink, J. C. Bette e.a.;
uitg. Centrum voor Bijbelonderzoek, Veenendaal, 2010; ISBN 978 90 776 5107 0; 940 blz.; € 65,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer