Licht voor verre landen
Albanië, Ecuador, Guinee, Papoea, China. Daar spelen de zendingsverhalen uit de bundel ”De zon gaat op” zich af. Ze gaan over Benni uit Albanië bijvoorbeeld, die voor het eerst meegaat met een kinderkamp. Over Kristin uit Wamena, van wie de schoenen worden gestolen als ze gaat spelen bij de rivier. En over Dorje, die ontdekt dat de Bijbel een heilig boek is waarin je zelf mag lezen.
Het mooie van deze verhalen is dat ze bijna allemaal werden geschreven door (oud-)zendingswerkers. Zij hebben de sfeer van het land waarover ze schrijven zélf geproefd. Dat geeft een stuk betrokkenheid en betrouwbaarheid. Leef- en eetgewoontes komen met kennis van zaken aan de orde. Af en toe gebruiken de schrijvers woorden in de taal van het land. De betekenis ervan staat dan in een gekleurd blokje onder aan het verhaal. Zo kom je te weten dat ”mirupafshim” ”tot ziens” betekent en dat een ”ubi” een zoete aardappel is.
Over elk zendingsgebied is een hele pagina met achtergrondinformatie opgenomen: leuk voor weetgierige kinderen! Bijpassende foto’s bij elk verhaal versterken het idee: dit zijn niet zomaar verhalen, maar zulke dingen gebeuren echt. ”De zon gaat op” is een prachtige bundel –uitgegeven in samenwerking met Zending Gereformeerde Gemeenten– om liefde voor het zendingswerk bij kinderen te wekken. Dat verschillende mensen meewerkten brengt variatie mee in schrijfstijl en kwaliteit. Toch laat elk verhaal zien waar het bij zending om gaat: dat de Naam van Jezus Christus wordt verkondigd en dat die Zon mag opgaan in de harten van mensen.
De zon gaat op; 15 zendingsverhalen, C. Janse (samenstelling); uitg. Den Hertog, Houten, 2010; ISBN 978 90 331 2315 3; 144 blz.; € 9,90.