Monument voor nobele held
Geld was er nodig om voor „dezen nobelen held een mooi monument te koopen, dat voor de komende generaties een waardig aandenken zal blyven aan diegene, die zich zoo verdienstelijk maakte en terecht een groot Patriot genoemd kan worden.”
Zo kwam op Aruba het borstbeeld van Boy Ecury tot stand, de Arubaanse student die een Nederlandse verzetsheld werd. De Duitsers paaiden hem na zijn arrestatie met de belofte dat hij naar Aruba mocht als hij de namen van zijn verzetskameraden zou onthullen. „In het huis van mijn ouders is geen plaats voor een verrader”, zei Ecury echter. De volgende dag maakte een kogel op de Waalsdorpervlakte een eind aan zijn 22-jarige leven. Het lichaam werd een paar jaar later pas geïdentificeerd, in een massagraf.
Het borstbeeld van Boy Ecury is op Aruba een van de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Hij was niet de enige verzetsstrijder die uit de overzeese gebiedsdelen kwam. De Curaçaose student George Maduro (28) kwam om in Dachau, de Surinaamse vakbondsman Anton de Kom (48) in Sandbostel, een buitenkamp van Neuengamme. Net als de Arubaan Ecury moesten ze de strijd tegen onvrijheid en voor rechtvaardigheid met de dood bekopen. „Ten offer gevallen aan het Duitsche barbarisme”, schreven Maduro’s ouders. Het monument dat zij voor hem oprichtten, staat in Nederland en heet Madurodam. Ze stelden een ton beschikbaar als startkapitaal voor de miniatuurstad. Bij de ingang hangt een plaquette met de beeltenis van hun zoon.
Ook mannen uit Indië waren actief in het Nederlandse verzet. Zoals Parlindoengan Loebis, die vier kampen overleefde.
Dr. Esther Captain en dr. Guno Jones onderzochten welk oorlogserfgoed in de vroegere overzeese gebiedsdelen is terug te vinden. Ze wilden ook weten welke plaats de herinneringen aan de oorlog –en wat betreft Indië ook aan de periode kort na de bevrijding– in de voormalige kolonies hebben.
De Tweede Wereldoorlog raakte het gehele Koninkrijk der Nederlanden. Nederland en Indië werden bezet. Suriname en de Antillen hadden nu grotere zelfstandigheid en omarmden die gretig, maar voelden zich tegelijkertijd nog meer aan Nederland verbonden nu het land onder de voet was gelopen. „De verschrikkelijke toestand waarin ons Moederland verkeert gaat alle Nederlanders waar dan ook ter harte”, schreef een organisatie op de Antillen.
Na de bevrijding boden ze het vaderland hulp. Het was de omgekeerde volgorde: een leidend land was een lijdend land geworden.
De relatie tussen moederland en kolonies veranderde door de oorlog definitief. Een deel van de Indonesische bevolking streed in de jaren 1945-1949 voor onafhankelijkheid. Suriname en de Nederlandse Antillen kregen steeds meer autonomie, en Suriname werd uiteindelijk ook onafhankelijk.
Het lijvige boek van Captain en Jones begint met een boeiende inleiding over de betekenis van oorlogserfgoed en oorlogsherinneringen in de naoorlogse samenleving, tot de dag van vandaag toe. Beide wetenschappers speurden naar dat erfgoed in de vroegere overzeese gebiedsdelen. Soms zijn defensiewerken afgebroken, historische gebouwen verdwenen, monumenten verwaarloosd. Andere gedenkplaatsen zijn echter prominent aanwezig en staan jaarlijks centraal tijdens een herdenking.
Oorlogserfgoed overzee. De erfenis van de Tweede Wereldoorlog in Aruba, Curaçao, Indonesië en Suriname, Esther Captain en Guno Jones; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 351 3584 0; 433 blz.; € 24,95.