Het geloof is niet vrij van goede werken
In het kader van de Calvijnherdenking organiseerde Driestar Educatief in Gouda vorig jaar een drietal bijeenkomsten over ”Calvijn en de Heilige Geest”. De lezingen zijn nu gepubliceerd in een boekje met dezelfde titel.
Dr. M. A. van den Berg schrijft over ”De Heilige Geest en de rechtvaardiging”, ds. W. Harinck over ”De Heilige Geest en de heiliging” en dr. W. van Vlastuin schenkt aandacht aan ”Doop, verzegeling en vervulling met de Heilige Geest”.
Dr. Van den Berg richt zich in zijn bijdrage op wat Calvijn in de ”Institutie” over de rechtvaardiging schrijft. Niet alles kan door de auteur besproken worden, maar wat hij naar voren brengt, wordt klaar en duidelijk uiteengezet. Met rechtvaardiging bedoelt Calvijn dat God ons in genade aanneemt en voor rechtvaardig houdt dankzij de gerechtigheid van Christus. We mogen daarin delen in de weg van het geloof waarin de Geest ons met Christus verenigt.
Dr. Van den Berg wijst erop dat Calvijn zich bij de bespreking van rechtvaardiging en heiliging niet aan een heilsorde houdt, maar eerst aandacht schenkt aan de heiliging en vervolgens de rechtvaardiging bespreekt om de aanklacht te pareren dat de reformatorische visie op de rechtvaardiging de mensen zorgeloos maakt. Het geloof is niet vrij van goede werken. Intussen is de heiliging op geen enkele manier voorwaarde voor de rechtvaardiging, maar vrucht van de vereniging met Christus. In Hem wordt ons alles, rechtvaardiging en heiliging, geschonken.
Ds. Harinck citeert Calvijn uitvoerig in zijn bijdrage over ”De Heilige Geest en de heiliging”. Hij accentueert dat bij Calvijn rechtvaardiging en heiliging onlosmakelijk verbonden zijn, omdat zij uitdrukking zijn van wat God ons in Christus geeft. „De heiliging is in Christus en wie in Christus gerechtvaardigd is, wordt ook door Christus geheiligd.” Verwarrend vind ik dat Harinck vervolgens onderscheid maakt tussen rechtvaardiging en heiliging door te stellen dat de rechtvaardigmaking de schuld en de heiligmaking de smet van de zonde wegneemt. Dat onderscheid tussen schuld en smet kent Calvijn niet en is ook niet te vinden in de Schrift, waar meer dan eens over de bevrijding van schuld gesproken wordt als reiniging (bijvoorbeeld in Psalm 51:9).
Dr. W. van Vlastuin schrijft over de doop, de verzegeling en de vervulling met de Heilige Geest. Zijn bijdrage is geringer van omvang dan die van de twee andere auteurs. Het valt op dat Calvijn slechts een paar keer geciteerd wordt in het gedeelte over de verzegeling met de Heilige Geest. Heeft het te maken met de vraag die dr. Van Vlastuin werd voorgelegd: Welke betekenis hebben doop, vervulling en verzegeling met de Heilige Geest voor het persoonlijke geloofsleven? (vermeld op de achterkant van het boekje). Het is een interessant artikel, maar het heeft vrijwel niets met Calvijn te maken.
Niet alle bijdragen komen overeen met wat de titel van het boekje suggereert te geven. Toch biedt het voor een bespreking in een kring voldoende gespreksstof en zal het stimuleren tot nader onderzoek.
Calvijn en de Heilige Geest, dr. M. A. van den Berg, ds. W. Harinck en dr. W. van Vlastuin; uitg. Groen, Heerenveen, 2010; ISBN 978 90 5829 952 9; 80 blz.; € 9,95.