Consument

Boer-filosoof: Denk na bij elke hap

In gepeperde spotjes stelt actiegroep Wakker Dier de intensieve veehouderij aan de kaak. Terecht? „Ten onrechte krijgen de boeren de zwartepiet toegespeeld.”

J. Visscher
12 October 2010 10:23Gewijzigd op 14 November 2020 12:06
Wakker Dier beijvert zich in de huidige reclamecampagne voor betere brandpreventie van stallen en schuren. Foto ANP
Wakker Dier beijvert zich in de huidige reclamecampagne voor betere brandpreventie van stallen en schuren. Foto ANP

Kip, het meest mishandelde stukje vlees. En: Dat goedkope karbonaadje krijgt bij u op de barbecue meer buitenlucht dan toen-ie nog een varken was.

In niet mis te verstane taal legt Wakker Dier sinds jaar en dag de vinger bij de beroerde situatie waarin veel dieren in de intensieve veehouderij volgens de organisatie verkeren. Op dit moment beijvert Wakker Dier zich voor betere brandveiligheidsvoorschriften in veehouderijen, zodat bij een brand minder dieren doodgaan. „Gevangen tussen de stangen maken deze varkens bij brand geen kans”, meldt de organisatie op de website. Daarop staat ook een verwijzing naar een brand in een stal in Otterlo afgelopen zondag, waarbij 500 kalfjes zijn verbrand.

Eerder dit jaar richtte Wakker Dier de pijlen op supermarkt C1000. De kiloknallers zijn de dierenbeschermingsorganisatie een doorn in het oog. Onder druk van Wakker Dier paste C1000 zijn beleid rond relatief goedkoop vlees aan.

Meer acties van Wakker Dier oogstten de afgelopen jaren succes. Zo meldde de organisatie vorig jaar dat vrijwel alle supermarkten zijn gestopt met de verkoop van blank kalfsvlees. Ook besloot warenhuisketen HEMA vorig jaar, op aandringen van Wakker Dier, om voor de productie van rookworsten alleen nog maar varkens te gebruiken die onder verdoving of in het geheel niet gecastreerd zijn.

In agrarische kringen maakt een dierenbeschermingsorganisatie als Wakker Dier zich lang niet altijd populair. Pluimveehouders ervaren „psychische en emotionele schade” door toedoen van de organisatie, zo klonk het in 2006 toen Wakker Dier en de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders elkaar bij de rechter troffen. „Het is niet te verteren dat onze sector constant in een negatief daglicht wordt gesteld.”

Draaft Wakker Dier in de spotjes door en dwarsboomt ze hardwerkende ondernemers in de intensieve veehouderij? Of legt de organisatie de vinger op de zere plek?

Dr. Huub Evers, lector media-ethiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, denkt dat de spotjes „ethisch door de beugel kunnen.” „Ze roepen emotie op. Maar dat is juist de bedoeling van reclame: pak mensen bij hun lurven.”

Toch betwijfelt Evers of spotjes als ”Kip, het meest mishandelde stukje vlees” het voor Wakker Dier gewenste effect hebben. „De spotjes zijn nogal cru en realistisch. De boodschap is: dieren hebben geen leven. Dat kan mensen afschrikken. Ze keren zich vol afschuw af. Op die manier schiet de boodschap haar doel voorbij.”

Wel denkt de media-ethicus dat Wakker Dier het maatschappelijk tij mee heeft. „Enige tijd geleden interesseerde het burgers niet of weinig waar producten vandaan kwamen en hoe ze vervaardigd werden. Nu hebben zaken zoals duurzaamheid en dierenwelzijn veel meer aandacht.”

Bunschoter Jan Huijgen, boer en filosoof, vindt dat Wakker Dier „ten onrechte de boeren de zwartepiet toespeelt.” „Ik verzet me tegen een soort moraal in de reclame die tegen agrariërs is gericht. Wakker Dier plaatst boeren in het verdachtenbankje. In de trant van: zij zullen wel niet goed met hun dieren omgaan. Maar ook boeren zien liever dat hun dieren meer uitloopmogelijkheden hebben. Agrariërs hebben echter geen keus. Het gaat om hun broodwinning. Als boeren een hogere prijs krijgen voor hun melk, graan, varkens, eieren en kippen, dan was er niet die druk en drang geweest om grootschalig te produceren.”

Tegelijk signaleert Huijgen dat Wakker Dier „wel een punt” heeft. „In veehouderijen staat nu meer de efficiëntie dan het dier centraal. Het voedsel- en productiesysteem zelf deugt niet. Dat heeft ook te maken met de inkoopmacht van enkele grote winkelketens en consumenten die vaak geen extra geld willen uitgeven aan eerlijke boerenproducten.”

Hartstochtelijk pleit Huijgen ervoor om de landbouw dichter bij de consument te brengen. Via een project als ”Boerenhart” is hij gestart met (nu) nog vijf boeren om regionale, biologische landbouw en veeteelt te bevorderen. „Nu wordt 95 procent van ons voedsel in de grote, mondiale keten geproduceerd, in moderne houderijen. Slechts 5 procent van de voedselproductie heeft op regionaal niveau plaats. Ik zou willen dat 30 procent van het eten uit de regio komt. Ik pleit voor gezond en eerlijk voedsel, geen bulk. Dan moeten boeren ook een redelijke prijs krijgen. Nu komt 15 tot 20 procent van de eindwaarde van een product bij de boer terecht. Dat is veel te weinig.”

Christenen zouden meer werk moeten maken van een „ethiek van het eten”, vindt Huijgen, zelf ook christen. „We moeten niet alleen letten op onze portemonnee, maar ons ook afvragen hoe het voedsel wordt geproduceerd. De spijswetten in het Oude Testament geven heel gedetailleerd weer wat wel en wat niet mag. Bij iedere hap hebben we als het ware een keuzemoment. Oud-minister Veerman, destijds minister van Landbouw, zei dat eten een morele daad is. Als vader van opgroeiende pubers zit ik daar wel mee. Moet er op de eerste snee brood meteen een dikke laag pasta? Die zoete rommel is slecht voor de gezondheid. Kies dan liever voor een boterham met kaas.”

Van belang is om burgers meer kennis te laten maken met de voedselketen, benadrukt Huijgen, die op de Eemlandhoeve bij Bunschoten onder meer klassen en bedrijven onderricht over het boerenleven. „In sommige stadswijken komt geen vers eten meer binnen. Pas was hier een leerling die nog nooit een aardappel in het echt had gezien. De jongen kende de aardappel alleen van chips en patat.”

Campagneleider Sjoerd van der Wouw van Wakker Dier zegt zich wel te kunnen voorstellen dat de spotjes van zijn organisatie bij boeren niet in goede aarde vallen.

Toch meent hij dat boeren en Wakker Dier „hetzelfde belang” dienen. „De vleesprijzen zijn absurd laag. Zo kunnen boeren geen boterham verdienen en hebben ze dus geen geld om een betere behandeling van dieren mogelijk te maken. We moeten samen optrekken om aan die situatie een eind te maken. Wij hebben kritiek op de dierenleedindustrie. In het verleden leek het er misschien op dat we de boeren de schuld gaven. Maar wij richten ons tot de supermarkten. Die stunten met prijzen. Daar moet wat aan gebeuren. Kattenvoer is duurder dan kip.”

Wakker Dier werd in het verleden in verband gebracht met criminele activiteiten, gericht tegen bedrijven in de voedselsector. Hoe hangt de vlag er nu bij? „Wij houden goede, legale acties. Met criminele acties bereik je niets. Wij zoeken toenadering tot een landbouworganisatie als LTO. We kunnen het niet iedereen naar de zin maken. Ook in mijn eigen achterban zijn de meningen verdeeld. „Zouden vegetariërs moeten samenwerken met veeboeren?” We zijn de laatste jaren bekender geworden. Mensen weten wat ze aan ons hebben. Toenmalig minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken noemde ons twee jaar geleden tijdens een bezoek een voorbeeldorganisatie.”

De argwaan tegenover Wakker Dier is bij de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) bepaald niet verdwenen. NVP-voorzitter Gert Jan Oplaat gruwt van de spotjes van de organisatie. „Ik vind dat Wakker Dier zich onfatsoenlijk gedraagt. De organisatie probeert in te spelen op sentimenten. Maar gelukkig stijgt de vleesconsumptie. De acties van Wakker Dier hebben geen effect. Dus ik denk: Laat maar waaien.”

Oplaat piekert er niet over om bij Wakker Dier aan tafel te schuiven. „Zolang ik voorzitter ben, gaat de NVP niet praten met die organisatie. Wakker Dier kan wel mooi weer spelen, maar onze belangen zijn totaal verschillend. Wij willen goed en eerlijk voedsel produceren. Zij willen ten diepste dat mensen geen vlees meer eten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer