In de binnenstad van Deventer is nog niet veel oranje te zien. In het gebied waar de koninklijke stoet voorbij komt, staan vooral winkels en weinig woningen. Opvallend onderdeel van de ronde door Deventer is een fototentoonstelling voor voetbalclub Go Ahead Eagles. Voetbalfans lieten hun tatoeages van de club fotograferen. Het resultaat is te zien op een schutting rond de Waag, die momenteel wordt verbouwd.

In eerste instantie zou de schutting met de tentoonstelling voor Koninginnedag verplaatst worden, maar dat bleek te kostbaar. De gemeentewoordvoerder is niet bang dat de koningin van slag raakt van het zien van tepelpiercings en blote schouders met tatoeages. „Aan de overkant staat een jazzbandje, dus ze kan altijd nog die kant op kijken.”

In de middeleeuwse buurt het Bergkwartier leggen stratenmakers de laatste hand aan het straatwerk. In de Bergstraat wordt op Koninginnedag het middeleeuwse festijn Op den Berghe gehouden. Bewoners wordt gevraagd binnen te blijven, omdat ze uit de toon zouden vallen in het middeleeuwse plaatje.

In Wijhe zijn de straten maandag al grotendeels oranje. Elk jaar worden de straten versierd, maar met het koninklijk bezoek op komst doen de bewoners extra hun best. Met stormlantaarntjes, hoedjes en portretten van de koninklijke familie worden de straten opgefleurd. Een slijterij in de winkelstraat van Wijhe is voor de gelegenheid zelfs helemaal oranje geschilderd.

Terwijl er voor zijn deur kabels worden uitgelegd voor de uitzending van de NOS, is Wijhenaar A. Eikelboom zijn oprit aan het vegen. Hij woont vlak achter de Nicolaaskerk waar de koningin naar een aantal koren gaat luisteren. De koningin komt dus letterlijk bij hem voor de deur langs en dat vindt hij „hartstikke leuk”. „Ik kijk er erg naar uit. Mijn kleinkinderen komen speciaal langs om hier te kijken.”

Volgens een woordvoerder van de gemeente Olst-Wijhe zijn de bewoners erg druk met Koninginnedag. „Anderhalve week geleden stond het hier vol met steigers. Iedereen wilde zijn huis mooi in de verf hebben voor de grote dag.”