Dat stelde Mohamed El-Erian, topman van investeringsmaatschappij Pimco, gisteren bij de afsluiting van de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

„De oorlog tegen de economische depressie is gewonnen, maar de vrede wordt niet bewaakt”, vatte hij samen. „Structurele problemen vragen om structurele veranderingen. Maar in plaats van vraagtekens te zetten bij de effectiviteit van hun aanpak, doen de meeste landen alleen maar meer van hetzelfde.”

Om dit slechte scenario te voorkomen moeten huishoudens, bedrijven en landen hun schuldenlast tot een houdbaar niveau terugbrengen en moet er serieus werk worden gemaakt van de hervorming van de financiële sector, stelde de voormalig IMF-econoom.

Daar komt tot nu toe volgens hem te weinig van terecht. „We hebben te veel ontoereikende antwoorden op de schuldenberg gezien en er is nog altijd te weinig begrip over de werking van de financiële markten. Hoe langer die situatie duurt, hoe groter de problemen worden.”

Ondertussen worden de oplossingen echter bedreigd door het toegenomen nationalisme in de internationale economie. De buitengewone samenwerking die op het hoogtepunt van de crisis ontstond, heeft alweer plaatsgemaakt voor agenda’s die uitsluitend op het binnenland zijn gericht, stelde El-Erian vast. „Het is ironisch dat het juist het succes van het mondiaal gecoördineerde beleid landen die luxe heeft gegeven.”