Oppas
Beleidsmedewerker P. W. Moens van de reformatorische scholenorganisatie VGS constateert in RD 5-10 een toenemende behoefte aan kinderopvang in reformatorische kring. Het is volgens Moens dringend nodig dat kerk en school zich bezinnen op deze ontwikkeling. Daarbij moet de kerk zijns inziens niet aangeven dat alle andere modellen dan het kostwinnersmodel buiten de Bijbelse grenzen vallen. De ontwikkeling tegenhouden werkt volgens hem contraproductief.
Zonder hier een oordeel te geven over kinderopvang verbaast mij steeds meer het draaiende beleid binnen de VGS. Eerst heeft men erg veel moeite met een medezeggenschapsraad (mr) binnen de school en ondersteunt men de school die hiervan vrijstelling wenst. Onder het mom van ”relationeel” gezag ziet men een mr bij nader inzien toch als een Bijbels verantwoorde keuze en draait men bij. Nu de duimschroeven aangedraaid worden rondom de wettelijke verplichting tot buitenschoolse opvang, lijkt Moens ook hierin een Bijbels verantwoorde uitweg gevonden te hebben.
Gaat de VGS straks ook bijdraaien als het gaat om toelatingsbeleid van leerkrachten wanneer van overheidswege het vuur na aan de schenen gelegd wordt? (Anders gezegd, kiest men toch liever het VBOK-beleid: de naam en het beleid aanpassen voor het imago?) Of gaan principes misschien toch offers kosten? VGS: blijf eerlijk en laat geld/bekostiging geen sturende factor zijn!
J. A. J. Brouwer
Westhavendijk 122
4463 AE Goes