Het aantal christenen is sterk verminderd. In het gehele Midden-Oosten was een eeuw geleden ongeveer 20 procent van de bevolking christen, nu is dat ongeveer 5 procent en het percentage neemt nog steeds af. Zo daalde het aantal christenen in Turkije van 20 procent in het begin van de twintigste eeuw naar 0,2 procent nu. In Bethlehem, waar volgens de Bijbel Jezus Christus geboren is, nam het aantal christenen af van 20.000 in 1995 tot 7500 nu.

Turkije: de 85.000 christenen maken 0,2 procent van de bevolking uit. Van hen behoren er 20.000 tot kerken die de paus als hoofd van hun kerk erkennen.

Libanon: met 1,5 miljoen personen behoort 35 procent van de bevolking tot een christelijke kerk. Ongeveer twee derde van hen is aangesloten bij een kerk die de paus als hoofd van hun kerk erkent.

Israël: circa 2 procent (150.000 mensen) van de bevolking is christen. Ruim de helft behoort tot de Rooms-Katholieke of Grieks-Melkitische Kerk

Palestijnse gebieden: 50.000 mensen (ongeveer 0,8 procent van de bevolking) is christen, van wie 17.000 rooms-katholiek.

Egypte: met acht miljoen gelovigen (circa 10 procent van de bevolking) vormen de Egyptische christenen de grootste christelijke gemeenschap in de landen van het Midden-Oosten. Het grootste deel behoort tot de Koptisch-Orthodoxe Kerk, die haar eigen paus, Shenouda III, heeft.

Jordanië: 150.000 christenen, ongeveer 2,4 procent van de bevolking. De meesten zijn Grieks-orthodox, maar er zijn ook rooms-katholieken, Syrisch-orthodoxen en Koptisch-orthodoxen

Syrië: met 850.000 gelovigen maken de christenen ongeveer 4,5 procent van de bevolking uit. Ongeveer de helft van hen is lid van een met Rome verbonden kerk.

Irak: het aantal christenen is na de invasie van de Amerikanen en Britten in maart 2003 sterk afgenomen. Er zijn er naar schatting ongeveer 600.000 over (2,1 procent van de bevolking).

Iran: 135.000 christenen. Dat is 0,3 procent van de bevolking. 20.000 van hen zijn aangesloten bij een kerk die de paus als hun hoofd erkent.