Zoektocht naar de warmte van Afrika
In haar nieuwste boek ”Niets liever dan zwart” (oorspronkelijk ”Begging to be black”) zoekt de bekende Zuid-Afrikaanse schrijfster Antjie Krog (geb. 1952) naar de menselijke kern van Afrika. En naar zichzelf.
Krog heeft zich vanaf haar schooljaren steeds sterker vereenzelvigd met het destijds verboden African Nation Congress (ANC). Door de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is Krog bevestigd in haar gevoel dat Afrika een ethische kern bezit die zij zich eigen moet zien te maken. ”Niets liever dan zwart” laat zien hoe moeizaam de weg naar werkelijke identificatie en toe-eigening verloopt.
Anna Samuel, de hoofdfiguur in deze autobiografisch gekleurde roman, wordt ongewild betrokken bij de gewelddadige afrekening met een bendeleider. De bende, met de naam ”Three Million Gang”, staat de doelen van het ANC in de weg en daarom moet de leider, Wheetie, gedood worden. De ANC-mensen gebruiken de onwetende Anna Samuel om ongezien weg te komen en de wapens die bij de liquidatie zijn gebruikt te verstoppen.
Anna’s man ergert zich aan haar naïviteit en stelt haar indringende vragen over haar politieke loyaliteit en persoonlijke integriteit. Het juridische proces dat volgt, duurt tot het slot van de roman. De afloop is voor Anna en haar goede vriend Reggie bevredigend, maar roept tegelijk nieuwe vragen over schuld en verzoening op.
Een parallelle verhaallijn in het boek vormt de geschiedenis van de Basothokoning Moshoeshoe gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw. Moshoeshoe –hij staat afgebeeld op de bankbiljetten van het koninkrijk Lesotho– wordt geconfronteerd met blanken die zijn grondgebied bedreigen en met zendelingen die een nieuwe leer verkondigen. Tussen koning Moshoeshoe en zendeling Eugène Cascalis ontstaat een bijzondere band van sympathie en respect. De kracht van Cascalis is dat hij in gesprek raakt met Moshoeshoe en de zijnen en hen niet als onwetende lieden beschouwt: „Moshoeshoe was gefascineerd door Bijbelverhalen en wees de zendelingen regelmatig op tegenstrijdigheden. Ze zeiden dat Jezus was gekomen om vrede te brengen, betoogde hij, en toch voerden blanken oorlog. De zendelingen waren tegen polygamie, en toch hadden Abraham, Izak en Jakob meerdere vrouwen, om nog maar te zwijgen van Salomo en andere koningen. Moshoeshoe sprak soms namens de zendelingen wanneer zijn eigen onderdanen met vragen kwamen. Bij één gelegenheid vertelde Casalis aan een groep mensen dat God hun aller vader was. Iemand uit het gehoor vroeg: „U bent blank, wij zijn zwart: hoe kunnen we dan dezelfde vader hebben?” Moshoeshoe antwoordde hem: „In mijn kudde zitten witte, rode en gevlekte runderen, zijn ze niet hetzelfde vee? Komen ze niet allemaal van hetzelfde ras, en behoren ze niet allemaal tot dezelfde meester?””
Anna Samuel zoekt naar de ethische kern van Afrika en naar de waarden die zo hartverwarmend zijn dat zij zich daarmee in volle overtuiging kan verenigen. De getuigenissen van slachtoffers voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie, hun bereidheid om te vergeven teneinde de menselijkheid van de dader te herstellen, hebben zo’n diepe indruk op haar gemaakt dat zij in de verhalen uit het verleden en in de daden van het heden bevestiging van haar verlangen zoekt: „Wat ik probeer te zeggen is dat het christendom (of mensenrechten, herstelrecht, of de theologie van Tutu of de staatkunde van Mandela) niet gewoon verbonden is met, of een aanhangsel is van Afrikaanse onderlinge verbondenheid, maar dat het erin verankerd ligt. Onderlinge verbondenheid vormt de verklarende grondslag van het christendom in zuidelijk Afrika…”
Anna’s man J. is de sceptische tegenstem. Ook de hoogleraar die Anna tijdens haar verblijf in Berlijn begeleidt, is een gezonde vragensteller. Niet omdat verbondenheid geen prachtig humaan doel zou zijn, maar omdat we niet ontkomen aan de vraag hoe verbondenheid te combineren valt met onze individualiteit. Juist door de vragen is dit een waardevol boek.
Niets liever dan zwart, Antjie Krog; uit het Engels vertaald door Robert Dorsman; uitg. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2010; ISBN 978 90 254 3451 9; 336 blz.; € 29,95.