Vakantie in een Zwitsers ziekenhuis
Het gezin Bouw –vader, moeder, twee kinderen– reist begin juli met een paar familieleden naar Wallis in Zwitserland. Cor Bouw, eigenaar van ’t Soetendal en ’t Boekendal uit Urk: „Op maandag kwamen we aan. Dinsdagmiddag besloten we in de buurt van Saas- Almagell een stoeltjeslift te pakken de berg op. Voor de terugweg huurden we een zogeheten Trotti Bike, een soort step waarmee je naar beneden kon. Een helm was verplicht.
Rustig stepten we naar beneden om even de draai krijgen. Ik weet nog dat ik een bocht in ging. Vanaf dat moment kan ik het verhaal alleen nog maar vertellen op basis van wat anderen later over het ongeluk verklaarden. Waarschijnlijk, zo bleek achteraf, kreeg ik een klapband. Ik sloeg over de kop en belandde met mijn hoofd tegen een steen. De helm lag aan stukken. Ik was bewusteloos en ik sloeg wartaal uit. Af en toe kwam ik even bij. De botten staken uit mijn arm. Daar lig je dan, in je vakantie, op een bergweggetje in Zwitserland.
Iemand uit onze groep belde het noodnummer. De centralist wilde de exacte locatie weten. Dat was voor mijn medereizigers natuurlijk erg moeilijk uit te leggen. Niet veel later kwam de kok van het restaurant dat zich boven op de berg bevond langs. Hij nam de telefoon over en legde rustig uit waar de ambulance moest zijn. Mijn nek werd met een band gestabiliseerd. Ook kreeg ik een infuus in.
Het ziekenhuis in Visp was drie kwartier rijden. Er volgden allerlei onderzoeken. De chirurg kwam bij mijn bed en deelde mee dat ze me direct gingen opereren. Mijn arm bleek op vier plekken gebroken. De nek was er gelukkig ongeschonden vanaf gekomen.
De dag na de operatie werd ik wakker in een ziekenhuisbed. Dat was een heel bijzondere ervaring. Het was een prachtige heldere dag met een zon die op de besneeuwde bergtoppen scheen. Ik besefte wat er was gebeurd. Ik had mijn nek wel kunnen breken. Psalm 121 kwam me in gedachten. ”Uw schaduw aan uw rechterhand”. God had me bewaard.
De medische zorg in het ziekenhuis was geweldig. Vele handen aan mijn bed. Geen vraag was voor het personeel te veel. In het ziekenhuis van Emmeloord keken ze later hun ogen uit hoe de chirurgen in Zwitserland het voor elkaar hadden gekregen in zo’n korte tijd mijn botbreuken te repareren.
Na een week mocht ik naar huis. Ik ben vervoerd op de achterbank van een familielid dat naar Zwitserland kwam. Als je thuiskomt, wil je gelijk weer van alles doen, maar dat valt tegen. Met mijn hoofd wil het nog niet zo. De artsen spreken over een traumatische ervaring. Daardoor heb ik moeite me te concentreren. Ook laat mijn geheugen me af en toe in de steek.
De vakantie viel natuurlijk in het water, maar achteraf kan ik zeggen dat het voor mij persoonlijk misschien wel de beste vakantie ooit is geweest.”
Dit is de laatste aflevering in een serie over vakantieleed.