Dat blijkt uit onderzoek naar de huurdersmarkt door de Vereniging voor ontwikkelaars en bouwers (NVB) en onderzoeksinstituut OTB. Het onderzoek is gedaan onder mensen met modaal inkomen of hoger.

De stijgende populariteit van een huurwoning schrijven de onderzoekers toe aan de economische situatie en de aanhoudende onduidelijkheid over de hypotheekrenteaftrek. Ook de gevolgen die de forse bezuinigingen van het kabinet voor de huishoudportemonnee hebben, spelen volgens hen een rol.

Ondanks het economisch klimaat is de bereidheid te verhuizen blijkens het onderzoek, dat iedere twee jaar wordt gehouden, nog steeds groot. Circa 1,75 miljoen mensen zijn geïnteresseerd in een ander huis, koop dan wel huur.

De koopwoning heeft wel aan populariteit ingeboet. Nu gaat 60 procent voor een koopwoning, terwijl dat twee jaar geleden nog 66 procent was.

De belangstelling voor huren mag dan wel zijn toegenomen, de zoekende huurder wil daarvoor geen hoge huur betalen. Gemiddeld wil hij 610 euro per maand betalen, dat is 2 procent minder dan in 2008. De eisen die de huurder stelt zijn wel iets minder hoog dan twee jaar geleden.

Maar er zit een flink verschil tussen wat mensen willen betalen en wat een nieuwbouwhuis voor de onderzochte groep zou moeten kosten. „Als we uitgaan van een gemiddelde woningprijs van 250.000 euro en een rendement van 5 procent op jaarbasis, zou zo’n huurhuis circa 1040 euro per maand moeten opbrengen”, aldus de NVB. De animo om te beleggen in huurhuizen is daarom niet zo groot, stelt de organisatie.