Politiek

PVV-leider Geert Wilders gewogen

Heeft Geert Wilders binnenkort een strafblad? De komende weken moet de PVV-leider terechtstaan voor een reeks omstreden uitlatingen over de islam en allochtonen. „Dit gaat echt ergens over.”

J. Visscher en Kees de Groot
2 October 2010 16:07Gewijzigd op 14 November 2020 12:00
Foto ANP
Foto ANP

Kunnen ze door de beugel? Uitspraken als: „De kern van het probleem is de fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed, zoals neergelegd in de islamitische Mein Kampf: de Koran.” En: „De grenzen gaan diezelfde dag dicht voor alle niet-westerse allochtonen (…) Die Marokkaanse jongens zijn echt gewelddadig. Zij rammen mensen vanwege hun seksuele geaardheid in elkaar.”

Moet Wilders in een fel politiek debat over de islam in Nederland gepeperde uitspraken kunnen doen, ook als mensen zich daardoor gekwetst voelen? Of gaat de PVV-leider over de schreef? De Amsterdamse rechtbank zal de komende weken het toneel zijn van een historische strijd over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.

Graaiers

Dat politicus Wilders vanwege zijn uitspraken voor de rechter moet verschijnen, is een kwalijke zaak. Dat vindt prof. dr. Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van het pasverschenen boek ”Geert Wilders. Tovenaarsleerling”.

Alleen al om „politieke” redenen is vervolging van Wilders te betreuren, stelt Fennema. „Als Wilders wordt vrijgesproken, zullen mensen zeggen: „Omdat hij zo veel aanhangers heeft, gaat hij vrijuit. Het oordeel van de rechter is afhankelijk van de macht van de verdachte.” Wordt Wilders veroordeeld, dan is de reactie van zijn aanhangers: „Ze hebben hem politiek niet kunnen aanpakken, nu doen ze het via de juridische weg.” Zowel bij een vrijspraak als veroordeling zal het vertrouwen in de rechtsstaat dalen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.”

Het stuit Fennema tegen de borst dat Wilders wordt vervolgd voor groepsbelediging en haatzaaien. „Krachtige politiek bestaat per definitie uit haatzaaien. Ik vind een uitspraak als: „Abortus is moord” haatzaaien. Als ik tegen rechtse politiek ben en ik zeg dat hun strategie bestaat uit: „Bestrijd de armoede en dood de bedelaar”, dan doe ik ook aan haatzaaien. Wij burgers kwetsen en beledigen elkaar toch de hele dag door? Bankiers worden grote graaiers genoemd. Zelf zullen ze zeggen dat ze hard voor hun geld hebben gewerkt. CDA’er Verhagen wordt in columns als een achterbakse jezuïet weggezet. Dat mag toch ook allemaal?”

Opgepakt

Dat Wilders de islam vergelijkt met het fascisme en de Koran met Hitlers Mein Kampf, moet zonder meer mogelijk zijn, betoogt Fennema. „In het politieke debat moet je elke vergelijking kunnen maken, ook als die anderen niet bevalt. Dat hoort bij een vrije democratie. Als religiekritiek niet mogelijk is, lijken we op de vroegere Sovjet-Unie. Als je daar communisme vergeleek met fascisme, werd je meteen opgepakt.”

Alleen in „uitzonderlijke” gevallen moet een rechter een politicus de mond kunnen snoeren, stelt Fennema. „Als een politicus met zijn uitspraken bijvoorbeeld aanzet tot geweld, is er reden om in te grijpen. Stel dat er een bewuste haatcampagne richting gereformeerden wordt gevoerd. Hun geloof wordt gekoppeld aan een concrete bevolkingsgroep. Mensen staan als het ware met stokken en knotsen klaar staan om naar Staphorst te trekken. Dan kan het nodig zijn de noodtoestand af te kondigen.”

Twee maten

Weliswaar vindt Fennema dat Wilders vrijuit zou moeten gaan, dat laat onverlet dat de hoogleraar delen van het gedachtegoed van de PVV-leider „gevaarlijk” vindt. „Het gaat mij niet om zijn religiekritiek. Wel heb ik er moeite mee dat hij het geloof van mensen koppelt aan hun etniciteit, bijvoorbeeld de Marokkaanse. Hij zegt: Ik zet me niet in voor Ali en Fatima, maar voor Henk en Ingrid. Hij sluit mensen bewust uit. Dat kan leiden tot een etnische zuivering. Ook meet Wilders met twee maten. Hij wil zelf alle vrijheid, maar pleit er tegelijk voor om de Koran te verbieden.”

Hoe ondergaat Wilders zelf het proces? Fennema, die zich voor zijn boek de afgelopen tijd in de PVV-politicus verdiepte: „Wilders zei pas dat hij er tien zetels voor over heeft om dit proces niet te hoeven meemaken. Hij vindt dit verschrikkelijk. Ik geloof dat hij dat meent. Hij is bang dat het hem als Janmaat van de Centrumdemocraten zal vergaan. Die is moreel en financieel kapot gemaakt door de gesubsidieerde antidiscriminatiebureaus.”

Grenspalen

Vervolging van Geert Wilders is „naar mijn stellige overtuiging noodzakelijk”, stelt mr. dr. Fokko Oldenhuis, bijzonder hoogleraar religie en recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Het is gewenst dat rechters zich gaan buigen over de uitspraken van Wilders. Hij kan wel vinden dat hij alles mag zeggen, maar dat is onzin. Ieder grondrecht heeft zijn grenzen, ook het recht op vrijheid van meningsuiting. Dit is geen fakeproces, deze zaak gaat echt ergens over. De samenleving heeft grenspalen nodig. Mechanismen, zoals artikel 137 c (groepsbelediging) in het Wetboek van Strafrecht, zijn nodig om exceptionele dingen te kunnen keren.”

Wilders „criminaliseert en terroriseert” moslims, vindt Oldenhuis. „In door hemzelf geschreven stukken schrijft Wilders moslims systematisch af. Hij vereenzelvigt criminaliteit met islamgelovigen. Een uitspraak van Wilders die er voor mij uitspringt, staat in de Volkskrant van 8 augustus 2007. Hij zegt daar onder meer: „De Koran is het Mein Kampf van een religie die beoogt anderen te elimineren.” En: „Een verbod is een verbod. Dus moet niet alleen de verkoop (van de Koran), maar ook gebruik in moskeeën en bezit in de huiselijke kring worden bestraft.” Zo’n uitspraak is toch de waanzin ten top? Vervang het woord Koran door Bijbel en de reactie van iedereen is: „Zijn we gek geworden?” Sinds de Unie van Utrecht is het juist een elementair recht dat je in eigen huis je geloof mag belijden zoals je dat zelf wilt.”

Verantwoordelijkheid

Oldenhuis, zelf Nederlands gereformeerd, vindt dat „forse” religiekritiek mogelijk moet zijn. „Ik moet kunnen zeggen dat Jezus Christus de enige weg tot het heil is en dat de islam een prestatiegeloof is en een doodlopende weg. Maar dat is heel wat anders dan dat ik mensen opzettelijk en bewust kwets en criminaliseer.

Godsdienstkritiek mag heel fel zijn. Burgers moeten, ook op grond van hun geloof, shockerende opvattingen kunnen uiten. Ik vind het dan ook volkomen ten onrechte dat bijvoorbeeld toenmalig RPF-leider Leen van Dijke is vervolgd vanwege zijn vergelijking in een interview tussen diefstal en homoseksualiteit. Hij deed wat mij betreft een zeer onhandige opmerking, maar hij moet dat wel ongestraft kunnen zeggen. Ik ben het van harte met hem oneens, maar dat is een andere zaak en dat is mijn vrijheid. Het ligt heel anders als je roept: „Als je niet in mijn religie gelooft, ga ik naar de rechter en vraag ik op straffe van een dwangsom dat je je mond houdt. Dat is intolerantie.”

Op grond van Europese jurisprudentie acht Oldenhuis een veroordeling van Wilders zeker mogelijk. „Het feit dat Wilders politicus is, zou wel eens in zijn nadeel kunnen uitpakken. Het Europees Hof kent in recente rechtspraak juist politici een zware verantwoordelijkheid toe. Het zijn geen mensen aan de bar die van alles mogen roepen. Een politicus heeft een openbare functie. Verder tilt het Europees Hof zwaar aan beledigende verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog. Een politicus kan niet zomaar ongebreideld vergelijkingen maken met het nazisme.”

De Groningse rechtsgeleerde wijst op de veroordeling van de Belgische politicus Daniel Féret van het Front National voor haatzaaien in pamfletten jegens (islamitische) allochtonen. Het vonnis werd bekrachtigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. „Féret maakte het nog bonter dan Wilders. De Belgische parlementariër duidde allochtonen aan als uitkeringstrekkers. Er zou een hek om die couscous-clan (couscous is een Arabisch gerecht, JV) moeten worden gezet. De rechter heeft Féret onder meer tien jaar het recht om gekozen te worden ontzegd. Dat is een forse straf.”

Onbenullen

In het politieke debat scoort Wilders zeker „goede punten”, signaleert Oldenhuis. „Terecht legt hij er de vinger bij dat Nederlandse politici, zoals Ad Melkert, jarenlang hebben weggekeken van de problemen van bijvoorbeeld meppende Marokkanen in bepaalde wijken. De overheid is op dat punt veel te tolerant geweest.”

Tegelijkertijd ergert de hoogleraar zich aan de omgangsvormen van de PVV-leider. „De rechtbank besloot eerder dit jaar de meeste getuigen die door de verdediging van Wilders waren gevraagd, niet te verhoren. De rechtbank heeft daartoe de bevoegdheid. Wilders wordt in dat opzicht niet anders behandeld dan anderen. Bij die eerste tegenwind veegde Wilders meteen de vloer aan met de rechtbank. Hij schilderde rechters af als onbenullen. Als je geen respect voor de rechterlijke macht toont, plaats je je mijns inziens buiten de samenleving. Ik heb me er buitengewoon aan geërgerd dat een invloedrijk politicus op die manier opereert. Ik heb zoiets nog nooit in mijn leven meegemaakt.”


Politieke carrière met een strafblad

Net als alle andere burgers kunnen politici zoals Wilders worden vervolgd wegens strafbare feiten. Op één uitzondering na. De Grondwet bepaalt in artikel 71 dat politici „niet in rechte kunnen worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergaderingen van de Staten-Generaal of van commissies daaruit hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overlegd.”

Dat zogeheten immuniteitsbeginsel betekent niet dat parlementariërs in de Kamer alles maar mogen zeggen. De Kamervoorzitter kan hen vermanen, het woord ontnemen of uitsluiten van de vergadering als ze het te bont maken.

In het verleden zijn verschillende politici veroordeeld tot een boete of een gevangenisstraf om hun uitspraken, zoals Janmaat (in 1995 wegens de leuze ”Eigen volk eerst”), Domela Nieuwenhuis (in 1886 wegens majesteitsschennis) en Troelstra (in 1899 wegens belediging van een officier van justitie). Allemaal zetten ze nadien hun politieke carrière voort. Minister worden is dan ook nog mogelijk, al ligt het natuurlijk niet voor de hand dat een partij bijvoorbeeld een fraudeur voordraagt als minister van Financiën.

Ook mensen die al een strafblad hebben voordat ze politiek actief worden, kunnen gewoon worden gekozen. Het actief kiesrecht (het recht om te stemmen) en het passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden) gelden voor iedere Nederlander van 18 jaar of ouder. De rechter kan daar wel een uitzondering op maken. Ontzetting uit het kiesrecht door de rechter is mogelijk als men tot minstens één jaar gevangenisstraf is veroordeeld. De ontzetting mag twee tot vijf jaar duren, boven op de duur van de straf.

Als de rechter een Kamerlid veroordeelt én hem het passief kiesrecht ontneemt, dan eindigt meteen het Kamerlidmaatschap. Minister of premier worden kan iemand zonder passief kiesrecht –in theorie, want in de praktijk zal het niet gauw voor komen– nog wél omdat het dan om een benoeming door de kroon gaat. Dus mocht Wilders met zijn PVV ooit de grootste worden, dan hoeft een strafblad een premierschap niet in de weg te staan.

Niet veroordelingen, maar wel leugens hebben recent de carrières van sommige politici in de knop gebroken. Die van LPF’er Bijlhout bijvoorbeeld. Enkele uren na haar aantreden als staatssecretaris van Emancipatiezaken in 2002 stapte ze al op wegens het verstrekken van onjuiste informatie over haar lidmaatschap van de burgermilitie van het regime-Bouterse. Staatssecretaris van Defensie Schwietert (VVD) was in 1982 om leugens over zijn cv eenzelfde lot beschoren.


PVV-leider Wilders wordt vervolgd voor groepsbelediging (artikel 137 c van het Wetboek van Strafrecht) en aanzetten tot haat (artikel 137 d van het Wetboek van Strafrecht) jegens moslims dan wel (Marokkaanse) allochtonen.

Artikel 137 c (groepsbelediging) : Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie (is maximaal 6700 euro).

Artikel 137 d (aanzetten tot haat) : Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie (is maximaal 6700 euro).

Dit is het afsluitende deel in een tweeluik over de rechtszaak tegen PVV-leider Wilders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer