Opinie

Aantjes: Partijleiding zorgt voor tweedeling

Moet het CDA-congres morgen instemmen met het resultaat van de formatieonderhandelingen tussen VVD, CDA en PVV? Nee, zegt mr. Willem Aantjes.

1 October 2010 10:49Gewijzigd op 14 November 2020 11:58
Foto ANP
Foto ANP

Het CDA is een beginselpartij. Wat dit betekent voor de politieke praktijk is vastgelegd in het Program van Beginselen en Uitgangspunten. Daarin staat: „Het CDA sluit geen democratische partij van samenwerking uit.” Getoetst aan deze beginselregel is samenwerking op regeringsniveau met de PVV van Wilders uitgesloten.

De PVV is immers geen democratische partij. Zij kent maar één lid: Wilders zelf. Hij is aan niemand verantwoording schuldig en kan ook door niemand ter verantwoor­ding worden geroepen. Hij beslist in zijn eentje over program, kan­didatenlijst en beleid. De PVV is eigenlijk geen partij. Wilders is de partij.

In strijd met het CDA-beginselprogram verklaarden lijsttrekker Balkenende, fractievoorzitter Van Geel en partijvoorzitter Van Heeswijk al vóór de verkiezingen geen enkele partij van samenwerking uit te sluiten, ook de PVV niet. Geconfronteerd met het CDA-beginselprogram was hun verweer, dat ”democratisch” gelezen moet worden als ”democratisch gekozen”. Het lijkt een subtiel verschil, maar is het niet. In ons stelsel kunnen partijen alleen maar langs democratische weg gekozen worden. Dit zegt nog niets over het democratische karakter van die partijen zelf. Voor de oorlog waren NSB en CPN ook democratisch gekozen, maar daarmee warden deze partijen zelf nog niet democratisch.

Oudgedienden

PVV-Kamerlid Martin Bosma, die geldt als de denker achter Wilders en als diens tweede man, heeft dit deze week ter gelegenheid van de presentatie van zijn boek nog eens in alle duidelijkheid bevestigd. En dat meent dan van dissidenten in het CDA te mogen eisen zich bij voorbaat te binden aan een uitspraak van het CDA-congres!

Dit alleen al zou voor Verhagen voldoende moeten zijn geweest om van meet af aan geen formatiepoging voor een kabinet aan te gaan dat mede steunt op Wilders en diens ‘partij’.

Het is echter nog erger. Nadat Wilders zich via een gedoogakkoord aan bepaalde beleidsmaat­regelen had verplicht, had het voor de hand gelegen, dat de overige programafspraken een zaak van uitsluitend VVD en CDA zouden zijn geweest. Maar wat zien we? Ook daarbij is Wilders volwaardig betrokken geweest, zonder dat hij aan de resultaten ervan gebonden is. Nog erger: zelfs over de personele bezetting van de ministers- staatssecretarisposten praat hij mee en kan hij zijn veto uitspreken.

Geen wonder dat vele oudgedienden zich tegen deze ontwikkeling hebben gekeerd. Tegen deze gezaghebbende tegengeluiden is niet zonder succes het gif van de verdachtmaking ingezet. Zo zou de scheidslijn tussen voor- en tegenstanders van een rechts kabinet vooral lopen langs de lijn protestant-katholiek. Dit is vierkant in strijd met de feiten. Waarlijk niet de eerste de beste katholieken als Frans Andriessen, Dries van Agt, Hans van den Broek, Ruud Lubbers, Piet de Jong, Herman Wijffels en Rob van de Beeten hebben zich ondubbelzinnig als tegenstanders geuit.

Steeds wordt ook gesuggereerd, dat het verschil van mening een herleving en herhaling zou zijn van het verschijnsel ”loyalisten” bij de vorming van het kabinet-Van Agt-Wiegel in 1977. Dit slaat nergens op. Uitgesproken tegenvoeters toen als Andriessen en ikzelf staan nu met overtuiging in kamp van tegenstanders van een kabinet VVD-CDA-(PVV).

Noch de partij- noch de fractieleiding heeft deze en andere verdachtmakingen en stemmingmakerij veroordeeld. Integendeel, zij hebben zelf bijgedragen aan een tweedeling in de partij. De partijvoorzitter door te stellen, dat oudgedienden er beter het zwijgen toe kunnen doen. Fractievoorzitter Verhagen brengt eveneens een tweedeling in de partij aan door het CDA onverbloemd als van nature tot het rechtse kamp behorend te karakteriseren. Niks middenpartij met vleugels die elkaar verdragen en respecteren.

SGP

Het is een droevig stemmende analyse van mijn partij. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de principieel verwerpelijke standpunten van de PVV, die op zichzelf al reden te over zijn voor een partij met de C in haar naam om iedere vorm van samenwerking uit te sluiten.

Ten slotte moet mij in deze krant nog één opmerking van het hart. Het is mij een raadsel dat de nieuwe fractievoorzitter van de SGP al in het vroegste stadium van de consultaties door Hare Majesteit zich haastte gedoogsteun voor een kabinet met de PVV in het vooruitzicht te stellen. Is dan alles geoorloofd, als het zich maar keert tegen Nederlanders met het islamgeloof? Dat noem ik nu pas echt de duivel uitdrijven met Beëlzebub.

De auteur was fractievoorzitter in de Tweede Kamer voor achtereenvolgens de ARP en het CDA.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer