Secretaris hoofdredactie RD: Reacties onbeleefder door e-mail

In zeven jaar tijd heeft hij een nieuwe functie bij het Reformatorisch Dagblad zo veel inhoud weten te geven, dat het maar moeilijk is hem weg te denken. Hoeveel abonnees hij door geduldig te luisteren en door op cruciale momenten de goede woorden te spreken of te schrijven, voor de krant heeft behouden, weet niemand. Maar het zijn er niet weinig. Anton Stam (62) neemt deze week afscheid als secretaris van de hoofdredactie. „Een functie die officieel niet in het personeelshandboek voorkomt.”

30 September 2010 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 11:57
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Volgens dat personeelshandboek heet de secretaris van de hoofdredactie namelijk ”lezersredacteur”. Maar bij het RD woont de lezersredacteur ook altijd de vergaderingen van de hoofdredactie bij. „Lezers die wat op te merken hebben over de redactionele inhoud van de krant, willen dat bespreken met iemand die een directe band heeft met de hoofdredactie. Dan hebben ze het gevoel echt gehoord te worden, zo is me de afgelopen jaren gebleken”, aldus Stam.

Anton Stam, jongste telg uit een groot, oud gereformeerd bakkersgezin, werkte lange tijd op de correspondentie- en vertaalafdelingen van het scheepsbouwconcern IHC Holland in Kinderdijk en Sliedrecht, met Spaans als specialisatie. In 1986 kwam hij naar het RD. „Zestien jaren op de eindredactie vormden een goede voorbereiding op m’n werk als secretaris van de hoofdredactie. In deze functie is het een groot voordeel als je het bedrijf van binnenuit kent.”

Voormalig hoofdredacteur dr. C. S. L. Janse vroeg Stam om voortaan als secretaris de notulen te maken van de hoofdredactievergaderingen. „En daarnaast behoorde het tot m’n taken om klachten en opmerkingen van lezers af te handelen en kreeg ik de zorg voor de rubriek Opgemerkt. Tegenwoordig worden de hoofdredactievergaderingen voorbereid en genotuleerd door een managementassistente, maar het is in de loop van de jaren gebleken hoe handig het is als de ‘lezersredacteur’ de vergaderingen van het hoofdredactioneel team bijwoont. Je bent zo vanaf het allereerste begin betrokken bij allerlei besluiten en redactionele artikelenseries. Dat komt later van pas als je op opmerkingen van lezers moet reageren.”

Doordat Stam bij de besluitvorming van de hoofdredactie aanwezig was, durft hij te zeggen dat hij de hoofdredactie nooit heeft betrapt op een hang om „een losser leven” voor te staan, zoals hij wijlen ds. W. L. Tukker citeert. „Er zijn abonnees die dat wel denken: het RD schuift op. Maar ik kan die lezers verzekeren dat daar geen sprake van is. Het principiële beleid van de hoofdredactie is in de loop van de jaren niet veranderd.”

Een hoofdredactiesecretaris moet in ieder geval twee eigenschappen hebben, doceert Stam. „Hij moet goed kunnen luisteren en hij moet altijd beleefd blijven.” Of hijzelf over die eigenschappen beschikt, laat Stam graag aan het oordeel van anderen over. „Maar ik heb vroeger in de bakkerij wel geleerd dat je altijd correct moet blijven tegenover klanten. In mijn vader bewonderde ik bovendien dat hij altijd als eerste klaarstond om iets bij een klant uit te gaan praten en bereid was om fouten toe te geven. Dat is ontzettend belangrijk.”

De vele honderden reacties die Stam de afgelopen jaren heeft gekregen, heeft hij voor zichzelf ingedeeld in vijf categorieën. „Allereerst de grappige. Er zijn mensen die mailen dat ze de elektronische krant doorgebladerd hebben, maar nergens de sportpagina’s konden vinden.”

Serieuzer gaat het toe bij abonnees die vertrouwelijke zaken delen met de secretaris. „In een aantal gevallen legden mensen echt hun hart bloot. Het is dan zaak dat het bedrijf dat vertrouwen niet beschaamt.”

„Ook zijn er de zakelijke reacties: mensen geven dan een tip door of willen een nuchter antwoord op een concrete vraag. Je kunt op deze post veel onbegrip wegnemen.”

De prettige reacties noemt hij een vierde categorie. „Abonnees die je bellen om te zeggen dat ze zo blij zijn met de krant, en ook met welke rubrieken vooral.”

De nare reacties, zoals hij de laatste categorie omschrijft, hebben Stam wel eens een slechte dag bezorgd. „Als je merkt dat mensen een diepgeworteld wantrouwen hebben tegen de krant. Of dat ze hun abonnement opzeggen vanwege een kleinigheid. Dat kan ik echt niet begrijpen. Als je begaan bent met het zielenheil van jezelf en de jouwen, is het toch van het grootste belang dat er een christelijke krant in huis is, ook al maakt die krant wel eens fouten?”

Lezersreacties bestemd voor een bepaalde redacteur of gastschrijver moest Stam natuurlijk doorgeven. „Maar nooit op zaterdag na de middag. Zo makkelijk wordt iemands zondag erdoor beïnvloed.”

In de loop van de jaren heeft Stam geconstateerd dat de reacties van lezers wat minder dogmatisch zijn geworden. „En helaas ook een stuk minder beleefd, door de komst van e-mail.” In het taalgebruik in religieuze zaken ziet hij een zekere, zoals hij dat noemt, „verwekelijking.” „Het werkwoord ”mogen” wordt werkelijk te pas en te onpas gebruikt. Hoewel het genadeleven van a tot z een mogen is, is er een groot verschil tussen het appellerende taalgebruik van bijvoorbeeld de oudvader Andrew Gray en veel hedendaagse uitdrukkingen. We mogen in onze kring de Bijbelse scherpte niet verliezen.”

Anton Stam maakt per 1 oktober gebruik van de VUT-regeling, maar blijft bij enkele rubrieken van de krant betrokken. Dat geldt eveneens voor zijn werkzaamheden als extern redacteur en vertaler voor uitgeverij De Banier, ook een onderdeel van de Erdee Media Groep. „Daar ben ik blij om, want dit soort werk heeft me altijd veel voldoening gegeven. Tegelijk denk je op het moment van afscheid ook aan je eigen blunders, fouten en vooral zonden. Dan gaat de loftrompet snel omlaag. Het is maar goed dat het Woord van God ook bij deze gevoelens de juiste weg wijst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer