Onderwijs & opvoeding

„Scholen moeten scherper op financiën letten”

HARMELEN – Scholen zullen als gevolg van de overheidsbezuinigingen een veel scherper financieel beleid moeten gaan voeren om rond te kunnen komen.

Onderwijsredactie
28 September 2010 16:14Gewijzigd op 14 November 2020 11:56
Scholen zullen als gevolg van de overheidsbezuinigingen een veel scherper financieel beleid moeten gaan voeren om rond te kunnen komen. Foto ANP
Scholen zullen als gevolg van de overheidsbezuinigingen een veel scherper financieel beleid moeten gaan voeren om rond te kunnen komen. Foto ANP

Onderwijsadviseur R. de Wit zei dat dinsdag in Harmelen tijdens de presentatie van de thema’s van de Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT) eind januari. De NOT wordt uitgebreid van vijf naar zes hallen –elk met een thema– in de Utrechtse Jaarbeurs.

Uit onderzoek van de NOT-organisatie blijkt dat slechts 6 procent van de scholen denkt dat ze geen meerjarenbegroting heeft. In de praktijk blijken andere documenten voor een meerjarenbegroting te worden aangezien. Veel scholen hebben onvoldoende inzicht in hun inkomsten en uitgaven, zei De Wit. „Men heeft een te hoge dunk van de eigen capaciteiten op het gebied van financieel management. Als het niveau van inkomsten en uitgaven aan het eind van het schooljaar tonnen hoger of lager ligt dan je aan het begin van het jaar dacht, heb je niet echt grip op de cijfers. Ik zie ook maar weinig scholen in de loop van het schooljaar de financiële prognose steeds bijstellen.”

Bezuinigingen

Volgens voormalig CDA-Kamerlid Van Dijk, een van de opstellers van de onderwijsparagraaf in het nieuwe regeerakkoord, zal het aantal leerlingen de komende jaren nog toenemen, maar wordt in het primair onderwijs de aanstaande daling al zichtbaar. „Overal gaan de scholen krimpen, behalve in de grote steden. Dat betekent vooral op het platteland: kleinere klassen, terwijl je toch hetzelfde onderwijsniveau wilt blijven bieden. Dat wordt financieel heel lastig.”

De rendementen van het onderwijs moeten volgens Van Dijk, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, veel beter. „Er komt een verplichte eindtoets in groep acht. Laten scholen ook nadenken over een andere invulling van de schooldag: geef de cognitieve vakken tijdens de uren waarin de concentratie het grootst is. Benut de periode na de Citotoets in februari om tekortkomingen bij te spijkeren; nu lijkt er na de toets nog maar één ding belangrijk: de afscheidsmusical.”

Van Dijk noemde de feminisering van het primair onderwijs als een van de mogelijke oorzaken waardoor jongens soms slechter presteren dan meisjes: „Er zijn jufs die van jongens meisjes proberen te maken.”

Het oud-Kamerlid pleit ervoor het huisvestingsbudget rechtstreeks aan scholen uit te keren. „Nu willen scholen verbetering van hun binnenklimaat, terwijl gemeenten er geen geld voor beschikbaar stellen.”


Ordehouden

Conflicthantering is een van de thema tijdens de NOT. „Het belangrijkst bij ordehouden is het handhaven van regels en afspraken”, stelde docent/therapeut drs. P. Teitler.

Cruciaal is volgens hem eenduidigheid in de aanpak door docenten. „Conflictgedrag bij leerlingen ontstaat vaak doordat elke docent zijn klas weer een op een andere wijze aanpakt. En thuis als de ouders niet op dezelfde lijn zitten.”

Het onderwerp leeft volgens Teitler sterk: „Toen ik een boek over dit onderwerp schreef, dacht de uitgever er 800 te verkopen. Inmiddels zijn er 14.000 gedrukt.”

Wees niet altijd jezelf, adviseert Teitler docenten. „Dat lijkt tegen de pleidooien in te gaan om jezelf te zijn, maar als je ongestructureerd of zenuwachtig bent, moet je vóór de klas juist níét jezelf zijn. Wees professioneel. En als een bepaalde rol niet overkomt, probeer dan een andere.”

Boeken over de aanpak van ADHD en autisme gaan vaak over het kind dat het heeft, niet over het managen van een klas waarin een of meer van zulke kinderen zitten, zei Teitler.


Hoofd kookt over

Docenten hebben onvoldoende zicht op de negatieve invloed van de informatielawine die jongeren via de nieuwe media tot zich nemen.

Dat stelt communcatieadviseur Y. van Sark naar aanleiding van het NOT-onderzoek. Daaruit blijkt dat 28 procent van de docenten meent dat de hoeveelheid informatie geen negatieve invloed heeft op de schoolprestaties; 40 procent gelooft dat wel en 32 procent heeft er geen mening over.

Amerikaanse jongeren tussen 8 en 18 jaar hebben meer dan een volledige baan aan hun mediagebruik: 53 uur per week. Bij 65 procent van de Nederlandse jongeren staat een televisie op hun eigen kamer. Vijftien jaar geleden had de helft van de jongeren nooit van internet gehoord; nu heeft 99 procent thuis toegang tot het world wide web. Het aantal jongeren dat actief is op profielsites is in korte tijd verdubbeld. Het gebruik van mobiele telefonie door 13-19-jarigen nam in vijf jaar tijd toe van 25 tot 97 procent. Nederlandse jongeren hebben op hun 21e gemiddeld 25.000 smsjes ontvangen.

Infobesitas wordt een van de thema’s tijdens de komende NOT: jongeren worden dagelijks overspoeld door een informatietsunami; hun hoofd kookt over. Het kan leiden tot concentratiestoornissen en prikkelbaarheid en is een van de oorzaken waardoor ruim eenderde van de Nederlandse jongeren slaapproblemen heeft.

Hersenen zijn pas rond het 25e jaar volgroeid en daarom kunnen jongeren helemaal niet gemakkelijk allerlei dingen tegelijk doen (multitasken), zoals ouderen soms denken. Na alle aandacht voor mediawijsheid is het nu tijd voor mediaweerbaarheid, stelde Van Sark. „Het ontwikkelen van de gave van concentreren en verdiepen gaat steeds meer aandacht vragen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer