„Mijn vrouw van 55 weet niet meer wie ik ben”

„Dit is mijn Lyda”, zegt Piet Verboom (60) enthousiast. Zijn vrouw (55) woont al ruim twee jaar op de woonafdeling voor jongere mensen met een dementie in het Haagse verpleeghuis Mariahoeve. Vrijwel elke dag zoekt Verboom zijn echtgenote op. „Ik ben van halfelf tot een uur of drie op de afdeling en help onder andere met de maaltijd.”

28 September 2010 07:19Gewijzigd op 14 November 2020 11:55
Foto Stock Exchange
Foto Stock Exchange

De dementie is al tien jaar geleden begonnen, denkt Verboom achteraf. „Lyda was subhoofd van een verpleeghuisafdeling en kwam thuis te zitten. Overspannen, burn-out, dachten de artsen. Ze ging medicijnen slikken, volgde een therapie en kreeg het advies het voortaan rustig aan te doen.”

Dit kabbelde jaren door. „Het onderhouden van sociale contacten, fietsen, zwemmen en kantklossen deed Lyda steeds minder. Ze ging dingen vergeten. Als er een van mijn afspraken werd afgezegd, gaf ze dit niet aan mij door en kon daar geen verklaring voor geven. Ook anderen vielen vreemde voorvallen op, maar niemand dacht aan alzheimer. Toen ik opperde naar de dokter te gaan, wilde Lyda daar niet van weten. Ze vond dat het prima met haar ging.”

Vijf jaar geleden belandden Verboom en zijn vrouw toch op een geheugenpoli. Er werd alzheimer vastgesteld. „Daarna konden we gaan. Niemand attendeerde ons op vervolghulp. Er volgden twee moeilijke jaren. Lyda liep soms weg, kon geen boodschappen meer doen en kreeg last van incontinentie.”

Via via kwam Verboom in contact met Mariahoeve. Gekeken werd of dagbehandeling mogelijk was, maar daarvoor bleek de ziekte van zijn vrouw al in een te vergevorderd stadium. „Kort daarna stuitte ik bij thuiskomst op een zwijnenstal. Lyda had onder meer de vuilnisbak in de woonkamer leeggegooid. Toen kon ik niet meer verder en volgde een spoedopname van Lyda.”

Verboom wordt niet meer herkend door zijn vrouw. „Een gesprek voeren, lukt niet meer. Lyda brabbelt enkel nog wat woordjes. Het proces van minder worden is een verlieservaring. Ik had mij onze pensioenjaren anders voorgesteld. Het valt zwaar om de ziekte van mijn vrouw een plek te geven.”

Maandelijks heeft Verboom een gesprek met de maatschappelijk werker van Mariahoeve. „Ik kan dan alles op tafel leggen. Ook de contacten met lotgenoten zijn tot steun. Het gaat er in de gespreksgroep van lotgenoten soms heftig aan toe. Mijn ervaring is dat er niets van die gesprekken naar buiten komt. Daardoor durf ik openhartig te zijn, hoe confronterend dat ook kan zijn.”

De politieman vindt het geen opgaaf om vrijwel elke dag over de drempel van Mariahoeve te stappen. „Soms snappen omstanders daar niets van: „Dat je dat doet, wat moet je daar?” Ze begrijpen er niets van. Lyda en ik hebben elkaar trouw beloofd voor goede en slechte tijden. De liefdesband is nog altijd sterk. Gelukkig heb ik mijn Lyda nog.”

Dit is het zevende en laatste artikel in een serie over jonge mensen met dementie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer