Huizinga reageert hiermee op twee recente onderzoeksrapporten over de werkwijze van het VN-klimaatpanel. Deze werden uitgevoerd nadat er grote fouten waren ontdekt in het laatste grote rapport van het IPCC. Zo stonden er foute aannames in over het tempo waarin gletsjers in de Himalaya smelten en over het percentage van Nederland dat gevoelig is voor overstromingen.

Het betreft studies van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en van de International Academy Council (IAC). De laatste stond onder leiding van Robbert Dijkgraaf, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De KNAW meldde vorige maand dat het IPCC een krachtiger leiderschap nodig heeft. Het PBL concludeerde onder meer dat de kwaliteitscontrole bij het klimaatpanel beter moet.

Huizinga belooft dat Nederland zich zal inzetten voor het doorvoeren van de aanbevelingen. Het IAC-rapport zal tijdens een jaarvergadering van het IPCC, half oktober in het Zuid-Koreaanse Busan, worden besproken. Huizinga verwacht wel dat hervormingen in een internationaal gezelschap als het IPCC tijd zullen vergen.

Voorzitter Rajendra Pachauri van het IPCC zei vorige maand in reactie op het IAC-rapport dat hij het aan de leden van het panel overlaat of hij zijn functie kan blijven uitoefenen.