De zwanendrifter heeft de ontheffing van de Flora- en faunawet nodig omdat hij sommige in het wild levende zwanen moet storen om te kunnen zien welke van hem zijn. Dat storen is in de wet verboden. De Faunabescherming stapte naar de RvS omdat ze denkt dat de man de ontheffing heeft gekregen uit economische belangen en niet ter bescherming van dieren en planten.

De betrokken persoon heeft als een van de weinigen in Europa een ontheffing. De uitspraak heeft geen gevolgen voor de zwanendrift zelf, maar alleen voor de wijze waarop de man zijn werk als zwanendrifter kan doen. Mocht de minister besluiten de ontheffing in te trekken, betekent dat dat de man andere dieren niet meer mag storen. Daarmee kan het voor de zwanendrifter wel lastig worden ermee door te gaan. Om zijn eigen zwanen te kunnen vinden, kan hij wilde zwanen namelijk bijna niet omzeilen.

Zwanendrift is een traditionele vorm van dierhouderij en is een recht dat nog uit de middeleeuwen stamt. De eigenaar laat knobbelzwanen in het veld los en haalt ze in het najaar weer, met hun nakomelingen, binnen. Dit levert de eigenaar dons, vlees en levende dieren op voor de handel.