Jongeren met ontwikkelingswerk op cv
Steeds meer jongeren sieren hun cv op met enkele maanden ontwikkelingswerk. Helpen in een weeshuis, schooltje bouwen, voetballen met ontspoorde tieners. ’s Ochtends een klus, ’s middags eropuit en ‘s avonds een feestje. Is dit decadente nikserigheid van jongeren die alleen maar op zoek zijn naar een nieuwe ‘experience’ in hun levensproject. Of is die belasting van het milieu, slumbewoners, zending of hulpclub toch te rechtvaardigen?
Zendingswerker Bert de Wit (werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Guinee) wil er zijn mening wel over kwijt. Vooral omdat hij de kans ruikt om jongeren nog wat extra bagage in hun koffer te stoppen. Een stuk in vijf bedrijven.
Eerste bedrijf: Jos (Nigeria), 2002. Daar zat hij; ouderling, wijs en welgezet. Naast hem zat ik, een jongeling op ‘zendingsreis’. Op reis voor de Nigeria Reformed Church (NRC) waarbinnen ik werkzaam was. We spraken over het wel en wee van kerk en zending in Nigeria. De ouderling had veel gezien, meer gehoord en genoeg begrepen om zachtmoedig van hart en mild van tong te zijn. Genoeg geleerd van wat genade vermag.
Toen kwamen ze binnen. Vijf! Tien! Vijftien! Drie landcruisers vol Amerikaanse daadkracht; de helft in shirts en shorts, de rest in gloednieuwe lokale snit. Terug van een dag vol ‘experiences’; een bouwklus, wildwaterspektakel in een rotsig riviertje, maaltijd onder de mangoboom en als toetje een maanverlichte bijbelstudie met een lokale pastor. Uitgeput, maar lawaaierig vulden ze de ruimte met levenslust. Tieners op de levensweg, pubers op zendingsreis.
De ouderling had de genade ontvangen –die de jongeling miste– om door de buitenkant heen te zien en antwoordde op mijn vraag, wat hij er van dacht: „Kijk Bert, natuurlijk leveren deze bezoeken niet veel op voor het planten van kerken. Het is zelfs niet eenvoudig om te voorkomen dat hun (post)moderne levensopvattingen een negatieve invloed hebben op onze jeugd.
Eens waren het hun grootouders die met grote opofferingen ons het Evangelie hebben gebracht. Nu worstelen hun (klein)kinderen met de vraag of Gods Woord het écht wel waard is om voor te leven en te sterven. Of ze hier ooit terug zullen keren als zendeling weet ik niet. Maar wij doen dit werk uit dankbaarheid en zien dit tegelijkertijd als een vorm van vervulling van het zendingsmandaat.” Waarvan Acte!
Tweede bedrijf: Oswanka (Nigeria), 1993 en 1995. Na ruim twee jaar ”Tropische Landbouw” in Deventer was het tijd voor m’n eerste kennismaking met het werk in het veld. Het zendingsteam ontving me hartelijk; de lokale kerk met open armen. Ik kwam, rommelde wat, en vertrok met een stageverslag en een hart vol herinneringen die opnieuw tot leven kwamen tijdens m’n afstudeerstage in 1995.
Een jaar later werd ik aangenomen voor het werk dat ZGG in samenwerking met de NRC in Nigeria verrichtte. Landbouwkundig voorbereid in Deventer; missiologisch voorbereid in Woerden; maar geestelijk in niet geringe mate voorbereid door de NRC gemeenteleden die mij tweemaal zes maanden lang hadden voorgehouden hoe het ”wandelen met God” in Afrika geschiedt. Waarvan Acte!
Derde bedrijf: Ibadan 1966 - Lagos 2003. Wonend in Onuenyimu Agbaja leefde ik samen met oude John en jonge Abraham. De ervaring die ze deelden was ”De Reis”. Wie man wil worden moet een grens passeren; van kind naar volwassenheid. Wat past daar beter bij dan een reis te ondernemen?
John was tijdens de Biafraanse vrijheidsstrijd lopend teruggekeerd naar huis vanaf de cacao-plantages rond Ibadan. Abraham reisde bijna veertig jaar later per nachtbus naar Lagos, waar hij drie weken zakdoekjes verkocht aan chauffeurs in de file en bij toerbeurt sliep met dertien jongens in een hok van tien vierkante meter. Het mooiste souvenir van hun ”rite de passage” was het verhaal onder de mangoboom; in steeds nieuwe variaties bood ”De Reis” ruimte en woorden aan het nu mannelijk geworden oordeel ten aanzien van de dingen die zich voordoen in het dagelijks leven.
”De Reis” functioneerde als grenspaal voor volwassenwording; de ridderlijk middeleeuwse queeste, maar dan Afrikaans vormgegeven. Want als een jongen man wil worden loop je op een dag tegen vragen op die je zélf moet beantwoorden: ”Waarom leef ik? Wie ben ik – los van mijn achtergrond? Wat is er waard om voor te leven; te sterven? Is het gras bij de buren niet groener?”
Honderd vragen, waar John en Abraham het begin van een antwoord op kregen tijdens die ontdekkingsreis toen ze –vijftien, zestien jaar oud– tweeduizend kilometer door Nigeria zwierven. Van Oost naar West… naar Oost, want thuis…, was het toch zo slecht nog niet! Of op z’n Nigeriaans: ”Traveling is another way of education.” Waarvan Acte!
Vierde bedrijf: Nederland Anno nu. Vissen in Noorwegen, raften in de Andes, een jungle-trail in Gabon; wat is er allemaal níet mogelijk voor wie jong is en in Nederland woont? Niet veel, toch! Genieten is cool, maar goed doen geeft een kick die langer duurt dan de houdbaarheidsdatum van het glimmende souvenir.
En ziedaar, de vraag ontstaat naar reizen met méér waarde, levensverhaalwaarde – Curriculum Vitae waarde.
Kijk! Zie je ze staan? Het zijn jouw toeschouwers. Tussen de anderen, hoor ik er drie iets mompelen. Scoren ze punten? Neem die dan mee in je plannenmakerij!
• De lyricus: Fantastisch hé, al die kansen die de jeugd van tegenwoordig toch maar krijgt en neemt. Moet je eens kijken wat zo’n ervaring allemaal teweeg brengt in het leven van zo’n jonge gast … en z’n omgeving. Zó gedreven als ze worden. Komen ze thuis, starten ze gelijk een actie voor ”baby Achmed”, ”vriendje Carlos” of ”opa Fernando”. Die gevestigde clubs doen allemaal zo moeilijk. Dit ís de toekomst. Geweldig!
• De cynicus: Kijk daar gaan ze, deelnemers aan de 21e-eeuwse kinderkruistocht. Heilige dwazen die ver weg grote woorden gebruiken die hun klasgenootjes nog nooit gehoord hebben en die daden verrichten die hun ouders verbijsteren zullen. ”Short-term mission” als eufemisme voor tropische vakanties in eigen sfeer. Ingevlogen pantomimespelers zijn het, die je niet kunt weigeren anders loopt je toekomstige steun naar de concullega’s. Vuur zonder licht, enthousiasme zonder volharding!
• De tacticus: Linksom of rechtsom, gaan doen ze toch. De vraag is hoe ik er een win-windeal van maak? Want morgen heb ik wel een nieuwe generatie uitgezondenen nodig en hoeveel uitgezondenen zijn er uiteindelijk níét ooit als ”short-termer” begonnen? Hoe kan ik dat ‘fun-ding’ van die jeugd van vandaag uit laten groeien tot de ‘funding’ van mijn club van morgen? Moet ik vandaag niet zaaien wat ik morgen oogsten wil? Komaan, we doen dit jaar dan toch nog maar een thematisch jeugdkamp, ontdek-je-plekreis, bouwtrip of ambassadeurstour, self-supported en goed georganiseerd, inclusief het nawerk! Waarvan Acte!
Vijfde bedrijf. Jij gaat op reis? Neem eens wat mee!
Als jij de komende tijd een ”rite de passage” wil meemaken, welke grens wil je dan eigenlijk passeren? Wat is het doel van je ‘queeste’? Kijk eens verder en hoger dan wat werkgevers graag zien. Wat staat er op je CV dat je Schepper waarderen zal? Niet voor een carrière van hooguit veertig jaar, maar voor de eeuwigheid?
Zendingswerk is geen verlaat schoolreisje. Dat heb ik wel ontdekt. We werden in 2006 uitgezonden naar Guinee met de ”tranentekst” uit psalm 126. Niet cool, wel realistisch. Wie dat beseft, zoekt hulp bij Hem die gezeten is aan ’s Vaders rechterhand en die niet laat varen het werk dat Hij begint. Ken je die volhardende ”Bedienaar des heiligdoms?” Zo niet dan ben je zelf nog zendingsveld!
‘Tranenwerkers’ zoeken met Paulus ook naar collegiale ‘bedienaars’ zoals Epafroditus en Aquila & Priscilla; broeders en zusters die als mentors willen delen wat zij zelf geleerd hebben tijdens de levensreis en/of zendingsreis. Neem daarom de tijd om te luisteren naar ouderlingen onder de ‘mangoboom’, maar…, sla hen die thuis onder de ‘appelboom’ zitten niet over! Ik luister regelmatig naar hen die mij voorgingen op het zendingspad; ”tot leeringhe ende vermaeck!”
Wat droomden wij, twintigtal jongeren, tijdens onze studietijd op onze ”Tropenkring” te Utrecht soms ver weg; als we luisterden naar ervaren zendelingen, nadachten over tentenmakerswerk of spraken met een uitgenodigde imam. Dat gaf perspectief aan de short-term trips die we ondernamen. Van harte aanbevolen zo’n ‘peer-group experience’, maar pas op, ’t is besmettelijk! Ik schat dat ruim driekwart van onze groep uiteindelijk long-termer is geworden of geweest.
Je wilt een ‘short-term’ gaan trip maken? Ik bid dat het niet alleen het einde van je jeugd zal markeren maar ook het begin van je ‘long-term’ wandeling met God. Of dat ooit leidt tot het werkzaam zijn als zendeling in Nederland of daarbuiten, is niet van het eerste belang.
Maar…, wel van het tweede! En kijk, nu ga ik dan toch m’n kans waarnemen! „Want”, zo vraag ik je, „weegt de eeuwigheid van –ruim– een miljard medemensen minder zwaar dan jouw carrière van –misschien– veertig jaar?” Waarvan Acte!
Epiloog: Aanstekelijk?
Wat was er nu 25 jaar geleden zo aanstekelijk in wat ik las? Lees maar een paar coupletten mee. Op de dag af 130 jaar nadat P. A. de Genestet een gedicht schreef, kreeg ik dat onder ogen. Mijn hart en leven bestonden uit niet veel meer dan een jeugdige puinhoop. Maar het Woord liet me niet met rust en dit gedicht, van die ietwat aparte knecht van God, resoneerde diep en lang door in mijn hart.
Maak je vaardig en reis heen vriend, vriendin, maar neem dit mee… ”bereid je hart, bereid je huis!”
De lendenen omgord
De lendenen omgord: schikt weg wat u zou hinderen,
Gehoorzaam te aller uur op de ongewisse paên,
Als knechten in Gods dienst, neen, als geliefde kinderen,
Den weg, dien Hij u wenkt, te gaan.
Ons leven is een staag verreizen en vertrekken:
Wie roemt op stad of huis of rustplaats hier beneên?
Ons komt gedurig weer de stem des Geestes wekken:
Op, maakt u vaardig en reis heen!
Ga, waar uw werk u roept, en volgzaam laat u leiden,
Wacht op Gods wenk, omknel uw reisstaf, neem uw kruis;
Groet die gij liefhebt, want uw wegen zullen scheiden,
Bereid uw hart, bereid uw huis…
(1 - 1 - 1855)