Dat concludeert de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek uit de antwoorden die minister Verburg (Landbouw) maandag heeft gegeven op Kamervragen van de SGP. De antwoorden versterken eerdere conclusies vanuit Kootwijkerbroek, aldus de stichting.

Verburg schrijft dat de gebruikte RT-PCR-testen op 22 en 25 maart 2001 bij het monster van het bedrijf van Teunissen een positief signaal gaven voor MKZ. Maar ze erkent dat de controles niet voldeden om het testmonster juist te interpreteren. „Dat betekent dat de uitslag niet positief genoemd had mogen worden”, aldus bestuurslid Lau Jansen van de MKZ-stichting.

De minister stelt verder dat de beslissing om het bedrijf van Teunissen besmet te verklaren, is gebaseerd op de uitslag van virusisolatie op lammerniercellen op 27 maart 2001, gevolgd door typering van het virus door middel van een IDAS Elisatest.

Jansen: „De uitslagfax van 28 maart 2001, de enige basis voor de besmetverklaring, vermeldt alléén de virusisolatie. De IDAS Elisatest ontbreekt in de fax. Op het moment dat die werd verzonden, liep de IDAS Elisatest nog. En toen de metingen beschikbaar kwamen –nadat de uitslag al was verstrekt– waren deze extreem laag.”

Gegeven die feiten concludeert Jansen: „De IDAS Elisatest lag dus niet ten grondslag aan de besmetverklaring bij Teunissen.”

Verburg stelt verder dat de in 2001 gebruikte virusisolatie op lammerniercellen destijds een geaccrediteerde test was. Echter uitsluitend voor varkens, aldus Jansen, en niet voor kalveren.

Jansen stelt dat het ministerie nog steeds niet alle relevante documenten openbaar heeft gemaakt. Maar als er nieuwe informatie naar buiten komt, doet die steeds meer afbreuk aan de juistheid van de MKZ-diagnose bij Teunissen. De MKZ-stichting vecht deze aan.