Kerk in het Westen vergeet dat dienen lijden betekent
De westerse kerk is vergeten dat bij Christus volgen en christelijk leiderschap onlosmakelijk lijden hoort, stelt Ajith Fernando. Waar de kerk groeit, lijden Gods knechten.
Onlangs gaf ik een weeklang les aan predikanten in het uiterste zuiden van Sri Lanka. Hun ervaring laat zien dat wanneer mensen pionieren in gebieden die nog niet met het Evangelie bereikt zijn, het gewoonlijk tien tot vijftien jaar duurt voordat er duidelijke vrucht te zien is en de vijandschap tegen het Evangelie afneemt. De eerste jaren krijgen ze te maken met aanvallen en valse beschuldigingen. Hun kinderen wordt het moeilijk gemaakt op school en ze zien slechts enkele oprechte bekeringen. Veel pioniers geven het na een paar jaar op. Ik ben schaam me over de manier waarop ik klaag over problemen die vergeleken met de hunne gering zijn.
Als ik terugkeer naar mijn land na een reis naar het Westen heb ik heel andere gevoelens. Ik ben in staat geweest om mijn ”gaven te gebruiken” en het grootste deel van de tijd dingen te doen waarvan ik houd. Maar als ik weer begin leiding te geven in de minder efficiënte cultuur van Sri Lanka overvallen frustraties mij. De overgang van spreker zijn in het Westen naar leider zijn in Sri Lanka is moeilijk.
Jonge christelijke werkers die naar Sri Lanka teruggekomen nadat ze in het Westen hebben gestudeerd, worstelen hiermee. Ze zijn hoogopgeleid, maar ons arme land is niet in staat hun de erkenning te geven die naar hun idee bij hun kwalificaties past. Ze kunnen hun gaven niet ten volle gebruiken, omdat we ons geen pure specialisten kunnen veroveren. Ze worstelen met frustraties. Sommigen verlaten uiteindelijk na een paar jaar het land of starten hun eigen organisatie om hun ”visie” na te streven. Anderen betalen de prijs die het kost om zich met ons volk te identificeren en zij beïnvloeden het land uiteindelijk diepgaand.
Ik probeer deze studenten duidelijk te maken dat hun frustraties het middel kunnen zijn om diepgaand inzicht te verwerven. Ik leg uit dat mensen zoals Calvijn en Luther een duizelingwekkende hoeveelheid verantwoordelijkheden hadden, zodat ze hun gaven alleen konden gebruiken in de mist van vermoeidheid. Toch wordt de kerk nog steeds gezegend door hun werk als leider en schrijver.
Het model van christelijk leiderschap is dat van de Goede Herder Die voor Zijn schapen sterft, Die hen niet verlaat wanneer de situatie gevaarlijk wordt (Joh. 10:11-15). Wanneer God ons ertoe roept om Hem te dienen, roept Hij ons om ons leven te geven voor de mensen die we dienen. We danken mensen niet af wanneer ze problemen hebben en hun werk niet goed kunnen doen. We dienen hen en helpen hen om uit hun problemen te komen. Als we een conflict met mensen krijgen, vertellen we hun niet dat ze maar een andere plek of ander werk moeten zoeken. We werken met hen totdat we óf het eens zijn óf het erover eens zijn dat we het niet eens zijn.
Mensen verdragen is frustrerend. Er uren voor uittrekken om naar een boos of gekwetst iemand te luisteren lijkt inefficiënt. Waarom zouden wij daar tijd aan verspillen als andere professionals zoiets ook kunnen doen? Dus laten we hulpverleners doen wat vrienden horen te doen.
Idealiter zijn hulpverleners er om moeilijke gevallen te diagnosticeren en te behandelen, en geven vrienden de tijd die nodig is om genezing te brengen door aanvaarding, troost en vriendschap. Gekwetste mensen kwetsen gewoonlijk degenen die hen proberen te helpen. Anderen die zij kwetsen zouden boos op ons kunnen worden, omdat wij aan hen toegewijd zijn. Maar we verdragen de pijn omdat Christus ons ertoe opriep voor onze vrienden te sterven.
Verschillende mensen hebben medelijden met me getoond. Ze zeiden dat het zwaar en frustrerend moet zijn om te dienen in een land dat door oorlog te gronde is gericht en dat vijandig is jegens evangelisatie. Inderdaad, we hebben geleden. Een paar maanden terug werd een van onze stafmedewerkers bruut aangevallen en gedood. Maar ik denk dat ik de grootste pijn ervaren heb van Youth for Christ, de organisatie waarvoor ik 34 jaar heb gewerkt. Ik kan ook zeggen dat Youth for Christ na Jezus en mijn familie de grootste bron van vreugde in mijn leven is geweest.
Of je in het Oosten of in het Westen woont, je zult pijn lijden wanneer je geeft aan mensen. Dat is lijden dat te vermijden valt, bijvoorbeeld door de relatie te beëindigen of door iets anders te gaan doen dat meer ”voldoening” biedt. Maar wat verliezen we?
Een paar jaar geleden bereidde ik een lezing voor over toewijding, terwijl ik in het Westen rondreisde. In de loop van een paar dagen vertelden drie mensen me hoe zij of iemand in hun nabije omgeving een groep of een persoon verlaten had vanwege problemen. De een had een slecht huwelijk achter zich gelaten, de ander een kerk, een derde een organisatie. Iedere persoon beschreef het vertrek als een genadige verlossing van lijden. Maar onwillekeurig vroeg ik me af of, in elk van deze gevallen, de christelijke handelwijze niet was geweest om op je plek te blijven en te lijden.
Het Nieuwe Testament zegt duidelijk dat zij die voor Christus werken vanwege hun werk zullen lijden. Vermoeidheid, stress en uitputting kunnen het kruis zijn waartoe God ons roept. Paulus sprak vaak over de fysieke moeiten die zijn bediening met zich meebracht, inclusief emotionele spanning (Gal. 4:19, 2 Kor. 11:28), boosheid (2 Kor. 11:29), slapeloze nachten en honger (2 Kor. 6:5), beproeving en verbijstering (2 Kor. 4:8) en zwoegen – werken totdat je uitgeput bent (Kol. 1:29). In bewoordingen die haaks staan op de hedendaagse lichaamsbewuste maatschappij zegt hij: „Hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag” (2 Kor. 4:16), en: „Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus’ wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden” (2 Kor. 4:11-12). Ik ben bang dat veel christenen deze teksten alleen met een academische interesse benaderen, zonder zich serieus af te vragen hoe deze op hun leven van toepassing zouden zijn.
Aangezien het kruis onlosmakelijk aan de navolging van Christus verbonden is, moet de kerk christelijke leiders leren om pijn en moeiten te verwachten. Wanneer dit perspectief in ons denken doordringt, zal pijn onze vreugde en tevredenheid in Christus niet aantasten. In achttien verschillende nieuwtestamentische passages komen lijden en vreugde gezamenlijk voor. Zelfs is lijden vaak de oorzaak van vreugde (Rom. 5:3-5, Kol. 1:24, Jak. 1:2-3).
In een wereld waarin fysieke gezondheid, uiterlijk en comfort een bijna afgodisch belang hebben gekregen, zou God christenen ertoe kunnen roepen om de heerlijkheid van het Evangelie te tonen door vreugdevol en tevreden te zijn terwijl ze pijn en moeite ondergaan. Mensen die geen voldoening vinden in dingen die niet verzadigen, kunnen verbaasd zijn als ze christenen zien die vreugdevol en tevreden zijn terwijl ze zichzelf omwille van het Evangelie dingen ontzeggen. Dit zou een nieuwe manier kunnen zijn om deze hedonistische cultuur de heerlijkheid van het Evangelie te tonen.
Het Westen wordt in hoog tempo een onbereikt gebied. De Bijbel en de geschiedenis tonen dat lijden een wezenlijk onderdeel is van het bereiken van onbereikte mensen. Zal het verlies van een theologie van het lijden ertoe leiden dat de westerse kerk niet meer werft?
De kerk in het Oosten groeit, en daarom lijden Gods knechten. Er komt vanuit het Westen belangrijke financiële steun en onderwijs, en daarmee invloed, naar het Oosten. Kan het gaan gebeuren dat westerse christenen de christenen in het Oosten ertoe bewegen om het kruis te verlaten door te communiceren dat zij wel iets fout moeten doen als ze op deze manier lijden? Christenen in zowel het Oosten als het Westen hebben een gedegen theologie van het lijden nodig om gezond te zijn en vrucht te dragen.
De auteur is sinds 1976 directeur van Youth for Christ in Sri Lanka en schrijver van onder andere ”Vreugde vermengd met pijn” (Medema, 2009). Een uitgebreidere Engelse versie van dit artikel is verschenen in Christianity Today.