De Hoop Scheffer, in Belgrado op bezoek als voorzitter van de OVSE, toonde zich zeer verheugd over het besluit van de Servische regering, ook al moet dat formeel nog worden bekrachtigd. Waarnemend president Micic van Servië zal het einde van de noodtoestand naar verwachting dinsdagavond bekendmaken.

De Hoop Scheffer zei na afloop van zijn gesprek met de sterke man van Servië, premier Zivkovic, dat de noodtoestand „een dezer dagen” wordt opgeheven. „De beslissing is in feite genomen”, aldus De Hoop Scheffer. Hij zei verder dat de noodtoestand „niet langer valt te permitteren dan strikt noodzakelijk.”

Eerder werd de datum van 27 april genoemd als waarschijnlijke einddatum van de noodtoestand. Sinds die werd ingesteld zijn 10.000 mensen ondervraagd in verband met de moord op Djindjic en de jacht op de georganiseerde misdaad.

Zeker 3.000 mensen werden gearresteerd en zitten nog altijd vast. Achthonderd mensen zijn daadwerkelijk aangeklaagd. Volgens nieuwe wetgeving kunnen de Servische autoriteiten mensen zestig dagen vasthouden zonder aanklacht. Contact met een advocaat of familie kan hen in die periode ontzegd worden. OVSE-medewerkers hebben gedetineerden bezocht en geen gevallen van mishandeling gevonden. Wel zijn er zorgen over de overbevolking in de gevangenissen.

Ondanks kritiek van mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch heeft de OVSE de instelling van de noodtoestand gesteund. De beperkende maatregelen werden gezien als tijdelijk en proportioneel en nodig om de strijd met de georganiseerde misdaad in Servië te winnen. De Zemun-maffiaclan zou achter de moord op Djindjic zitten, samen met de inmiddels opgeheven speciale eenheid JSO van de Servische staatsveiligheidsdienst. In OVSE-kringen worden de zes weken noodtoestand gezien als „succesvol”.

De Servische regering is de afgelopen maand ook begonnen met een ongekende hervorming van het leger. Volgens De Hoop Scheffer was dat nodig omdat het Servische leger te groot was en onder politieke controle gebracht moest worden.