In juli stelde Ichiro Ozawa, een machtig figuur in de DPJ, het partijleiderschap van Kan ter discussie nadat hun partij de meerderheid in het Hogerhuis had verloren. Daarmee ontketende hij een leiderschapsstrijd, met het premierschap als inzet, tussen hem en Kan.

Japan kampt met grote economische problemen en het Japanse ministerie van Defensie waarschuwde onlangs nog voor de militaire dreiging van China. Kan ziet de oplossing van die problemen in het aflossen van een deel van de staatsschuld, het verhogen van de btw met 5 procent naar 10 procent en het aanhalen van de diplomatieke banden tussen Japan en de Verenigde Staten.

In 1998 was Kan al partijleider van de DPJ, maar hij moest een jaar later weer aftreden omdat hij zijn pensioenpremies niet had betaald. Hij werd opgevolgd door Yukio Hatoyama. In december waren de rollen omgedraaid. Hatoyama moest aftreden en Kan volgde hem op. Anderhalf jaar later trad Kan opnieuw af, nadat hij wederom niet aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. Daarop stapte hij uit de politiek en maakte een pelgrimstocht. Begin dit jaar keerde hij onverwacht terug en volgde hij wederom Yukio Hatoyama op. Ditmaal als premier.