Den Haag laat veelplegers die uit de gevangenis komen sinds een jaar speciaal ontwikkelde zorgprogramma’s volgen. Van deze groep is 70 tot 90 procent niet in herhaling gevallen. Normaal is het juist andersom en belandt 70 tot 90 procent van de veelplegers nadat ze uit de gevangenis zijn gekomen wel weer in de criminaliteit, zo stelt de gemeente.

Volgens Den Haag werden resultaten van dit soort zorgprogramma’s nog niet eerder uitgedrukt in concrete recidivecijfers. De Haagse veelplegersaanpak combineert een lik-op-stukbeleid vanuit het Openbaar Ministerie (OM) en politie met het aanbieden van zorg en begeleiding. Voor zogenoemde detentieverlaters is altijd nazorg geregeld. Dit kan bestaan uit woonbegeleiding, maar ook uit schuldhulpverlening of het helpen zoeken naar een zinvolle dagbesteding.

Deze persoonsgerichte aanpak van individuen en groepen vergroot volgens de gemeente de veiligheid in de stad. De zorgprogramma’s zijn ontwikkeld door het Veiligheidshuis Den Haag, een samenwerkingsverband van organisaties op het gebied van politie, justitie, zorgverlening, openbarde orde en veiligheid.

Het gaat volgens burgemeester Van Aartsen om vijfhonderd Haagse veelplegers. Hij beaamt dat pas over vijf jaar duidelijk is of het programma ook blijvend resultaat boekt. „Maar we zijn erg tevreden met deze eerste cijfers”, stelt hij. „We gaan als gemeente de komende vier jaar ook bewust extra middelen uittrekken om dit programma voort te zetten.”

Van Aartsen deed een oproep aan de betrokkenen bij de kabinetsformatie om hetzelfde te doen. „Deze sector staat onder grote financiële druk”, legt hij uit. „Als de samenleving niet ziet dat een nieuw kabinet daar echt prioritet aan geeft door meer financiën beschikbaar te stellen voor politie, justitie en nazorg, dan heeft zo’n kabinet van stonde af aan een probleem met de Nederlandse samenleving.”