Rotterdam kocht in het verleden ongeveer zeshonderd woningen op voor gebiedsontwikkeling of uit veiligheidsoverwegingen. Deze zouden te zijner tijd worden gesloopt of weer verkocht. „Het blijkt echter dat de meeste woningen geen doel meer dienen en daarom te lang in bezit zijn. Sommige huizen zijn al meer dan 20 jaar eigendom van de gemeente”, aldus de Rekenkamer.

In vijftien panden werden afgelopen jaren hennepkwekerijen geëxploiteerd. „Dit is schadelijk voor de reputatie en voorbeeldfunctie van de gemeente Rotterdam”, stelt de Rekenkamer, al erkent die wel dat het moeilijk is om deze illegale activiteiten tegen te houden, al was het maar omdat de gemeente veelal probleempanden opkoopt. Relatief veel woningen zijn afgelopen jaren aangekocht om onder meer het probleem van huisjesmelkers en hypotheekfraude aan te pakken.

Aankopen is goed, vindt de Rekenkamer, maar dan moeten de huizen goed worden beheerd. „De aandacht van de gemeente voor het beheer van de woningen schiet echter tekort. Sommige woningen zijn dermate slecht beheerd, dat zij onnodig verder verloederen. Dit draagt onbedoeld bij aan een verloedering van de directe leefomgeving.” B en W kiezen voor een minimaal noodzakelijke controle van het woningbezit, de Rekenkamer pleit voor risicoanalyses, periodieke controles en actief beheer.

„Hierdoor kan het risico op illegaal gebruik van gemeentelijke woningen worden vermeden.” En ander gevolg van slecht onderhoud is volgens de Rekenkamer dat de woningen moeilijk te verkopen zijn of in andere handen overgaan voor een bedrag dat veel lager is dan de aankoopsom. Inmiddels staat 77 procent van de zeshonderd panden te koop, maar wethouder Hamit Karakus wil pas van een woning af, als daar ook voldoende voor wordt betaald. „Het gaat immers wel om gemeenschapsgeld”, zegt de wethouder.

De gemeente heeft inmiddels maatregelen genomen voor een beter beheer. De effecten van de controle op hennepplantages zijn nog niet zichtbaar, omdat die maatregelen kortgeleden zijn genomen.