Dat zei drs. E. J. van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool, gisteravond in Amersfoort bij de start van het 34e EH-Basisjaar. Er zijn dit jaar 
160 studenten. Van Dijk sprak over ”Wachten op morgen” en stelde de vraag of christenen verlangend in de wereld staan.

„Eerlijk gezegd zie ik maar al te vaak dat het verlangen op een laag pitje staat, of zelfs nog niet eens is ontbrand. Dat is de oorzaak van matheid, vlakheid, gebrek aan enthousiasme, onverschilligheid. Het stijve en onbezielde karakter dat je soms tegenkomt in het kerkelijke en godsdienstige leven is het resultaat van een gebrek aan heilig verlangen. Zelfgenoegzaamheid, onverschilligheid en arrogantie zijn dodelijke vijanden van geestelijke groei.”

Van Dijk adviseerde elke ochtend bij het wakker worden Psalm 118 te overdenken. „„Dit is de dag die de Heer’ gemaakt heeft. Laten wij juichen en ons daarover verheugen.” Hoe zou ons leven er dan uitzien?”

De EH-directeur definieerde hoop als „geloof dat wacht op morgen. Geloof vereist vertrouwen, en dat doen we met ons verstand. Geloof vereist toewijding; dat doen we met onze wil. Maar geloof moet ook hoop hebben, en hopen doen we met ons hart.” Van Dijk vroeg de studenten en docenten of zij „distributeurs van Gods zegeningen voor anderen” zijn of „alleen consumenten? Wordt Gods goedheid vermeerderd en vergroot in ons leven of verborgen, opgepot en verteerd? Iemand zei het zo: Wij hebben de taak Gods handen uit onze mouwen te steken.”

Het EH-Basisjaar is bedoeld voor jongeren die zich na de middelbare school een jaar willen bezinnen op hun toekomst.