Economie

„Euro positief voor economie”

Dat de euro een positieve invloed heeft op de economie, staat voor president Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) buiten kijf. Maar vraag hem naar een concreet percentage, en de zaken zijn een stuk minder helder.

ANP
28 December 2001 08:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:20
AMSTERDAM - De directeur van De Nederlandsche Bank, Wellink, verwacht dat de euro een positieve invloed op de economische ontwikkeling zal hebben. Met welk percentage, kan Wellink niet zeggen. - Foto ANP
AMSTERDAM - De directeur van De Nederlandsche Bank, Wellink, verwacht dat de euro een positieve invloed op de economische ontwikkeling zal hebben. Met welk percentage, kan Wellink niet zeggen. - Foto ANP

„De bijdrage van een monetaire unie aan groei loopt langs zo veel wegen, dat is bijna niet te kwantificeren”, weet Wellink. „Maar de studies die wij daarnaar hebben verricht, gaan uit van 0,25 tot 0,5 procentpunt extra groei boven het normale peil.” Deze maand stelde DNB haar prognose voor 2002 nog naar beneden bij. Voor komend jaar gaat de centrale bank uit van 0,8 procent economische groei.

Reacties
De grote vraag is volgens Wellink hoe de consument gaat reageren op de nieuwe munteenheid. „De verhalen lopen sterk uiteen. De een beweert dat mensen nu meer consumeren, omdat ze na 1 januari de kat uit de boom willen kijken.” Onzekerheid over de prijzen kan overigens hetzelfde effect hebben. Uit vrees dat geld minder waard wordt, zetten consumenten het op een kopen.

Maar Wellink sluit ook niet uit dat pas in de loop van 2002 de binnenlandse consumptie zal toenemen, omdat het vertrouwen in de nieuwe munt groeit. „Wat er precies gaat gebeuren, we weten het gewoon niet.” Een brede consumentenpeiling moet in januari de antwoorden op deze vraag geven.

De huidige economische terugloop brengt ook een ander gevaar mee. De landen die deelnemen aan de euro kunnen wel eens gaan morrelen aan de begrotingsafspraken uit het stabiliteitspact die als extra borg voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) zijn gemaakt. De uitgaven van enkele overheden zijn de afgelopen tijd flink gestegen. Een mager jaar 2002 kan die trend versterken. Tevens is 2002 voor zowel Frankrijk als Duitsland een verkiezingsjaar, de periode dat overheidsuitgaven eerder de neiging hebben tot stijgen dan dalen om de gunst van de kiezer te winnen.

Begrotingstekort
Volgens Wellink is het echter onwaarschijnlijk dat landen zich niet aan het pact houden, en zeker Duitsland niet. Het was juist bondskanselier Kohl die via het stabiliteitspact extra zekerheid wilde hebben dat elk euroland zich aan de regels zou houden.

Bovendien is volgens Wellink de straf voor overtreders zwaar. „Naast een hogere rente die ze moeten betalen voor hun leningen, riskeren ze ook hoge boetes.” Wel erkent hij dat het komend jaar de nieren van de EMU worden geproefd. „De test van het pact vindt nu plaats door de verslechterde economische situatie.”

ECB-president Duisenberg benadrukte onlangs in het Europese Parlement dat het niet de bedoeling is dat tijdens het spel de afspraken van het stabiliteitspact worden veranderd. Hij reageerde daarmee op enkele EU-lidstaten die opperden de begrotingsdiscipline wat soepeler te nemen.

Deelnemers aan de euro mogen bijvoorbeeld een begrotingstekort van hooguit 3 procent hebben. Met name Duitsland, Frankrijk, Portugal en Italië komen in de buurt van die grens.

„Centrale bankiers zijn altijd bezorgd”, relativeert Wellink het pessimisme van zijn Europese tegenvoeter. „Duisenberg is bezorgd, ik ben ook bezorgd. Maar ik acht het ondenkbaar dat de grote landen, die zelf het initiatief namen tot het pact, het zo kort na de start laten varen.”

Vertrek Duisenberg
Over het eventuele voortijdige vertrek van ECB-president Duisenberg is Wellink zeer stellig. „Daar is niets over afgesproken.” Bij de benoeming van Duisenberg zou zijn bepaald dat de Nederlander halverwege zijn termijn -medio 2002- plaats zou maken voor de Fransman Trichet. Duisenberg ontkende dat, maar gaf wel aan waarschijnlijk niet de volle acht jaar uit te zullen dienen. „Het lijkt me uiter-, uiter-, uiter-, uitermate onwaarschijnlijk dat hij in 2002 opstapt”, aldus Wellink. Maar nader toelichten wil hij zijn stelling niet. „Dat doe ik wel als het moment daar is, als hij zijn afscheid aankondigt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer