Schinkelshoek: Nu komt alle opgebouwde spanning eruit
DEN HAAG – De tumultueuze dag van gisteren begon met zíjn brief. Oud-Kamerlid Schinkelshoek liet zijn fractie weten dat het zó voor hem niet meer hoeft. En toen ging het balletje rollen. „Alle opgebouwde spanning in het CDA komt er nu uit.”
Het kon volgens hem niet uitblijven. „Het verzet tegen coalitiebesprekingen met de PVV begon diep in de partij, het schoof door naar de prominenten en sloeg over op de Kamerfractie.” Gisteravond kwam in een lang en emotioneel crisisberaad van partijtop en fractie „alle opgekropte spanning eruit.”
Welke spanning?
„De onvrede over het formatieproces. Maar in feite nog veel meer. Het CDA heeft zichzelf de achterliggende jaren kapotgeregeerd. Het is de hoogste tijd dat we bij onszelf te rade gaan en onszelf –om mijn grote leermeester Ruud Lubbers te citeren– gaan herbronnen. Net als na 1994 is gebeurd.”
Zelf gooide Schinkelshoek gistermorgen de handdoek in de ring. Het gerespecteerde oud- Kamerlid, type wijze senior, dat in de wachtrij stond om opnieuw tot de Kamer toe te treden, liet in een brief aan zijn fractie weten dat hij de landspolitiek verlaat omdat hij „ongelukkig” is met de samensprekingen met de PVV.
Waarom kwam u nu pas in actie? Deze samensprekingen zijn al weken aan de gang.
„Bij het fractiebesluit om deze onderhandelingen te starten, was ik niet aanwezig. Toen ik er later wel bij kwam, heb ik meteen gezegd dat ik niets in deze coalitie zag. Maar ik was toen nog niet zo ver dat ik me er publiekelijk tegen wilde keren.
Gaandeweg groeide bij mij het besef dat, hoe goed dit regeerakkoord ook zou uitpakken –en het wordt een prachtig akkoord; Verhagen is de beste onderhandelaar die er is–, dit toch niet de coalitie zou worden die ons land nu nodig heeft. Mijn grote zorg is dat dit kabinet zó instabiel zal zijn dat het niet opgewassen is tegen de zware taak die het moet uitvoeren. Het draagvlak is maar 76 zetels, in de Eerste Kamer is er geen meerderheid en de PVV gaat, zelfs tijdens de formatie, onverdroten door met polariseren.”
Maar al deze feiten waren na de verkiezingsdag al bekend.
„Ja, daarom was ik meteen al afwijzend. Vervolgens kwam daar bij dat ik me zeer ergerde aan de manier waarop in het CDA serieuze bezwaren van respectabele personen werden weggehoond, weggeduwd, weggelachen. Oud-premier De Jong is wel goed genoeg om een feestelijk CDA-congres toe te spreken, maar verder laten we hem links liggen. Schandalig. Ik kreeg steeds meer het gevoel een fuik in te zwemmen. Daar voelde ik helemaal niets voor.”