Pinguïns, pinguïns en nog eens pinguïns
Sofie valt van de trap (haar „sokken doen glijertje”) en breekt haar arm (haar hand ligt erbij als „een puzzelstukje dat niet past”). Wanneer haar oom en oppas Donny haar medelijdend ”Baby Pinguïn” noemt en vervolgens met haar de film ”March of the Penguins” kijkt, is Sofies pinguïnliefde geboren.
”Sofie en de pinguïns” van Edward van de Vendel is een aantrekkelijke mix van tekst, tekeningen, strips en pinguïnweetjes. Het boek schetst Sofie als een gevoelig meisje, dat zich soms zorgen maakt omdat er mensen zijn die zeggen dat haar vader en moeder gaan scheiden (niet waar), die zich vooral van streek maakt als pinguïns onrecht wordt aangedaan en die „bevroren” is als haar (veel te minutieuze) spreekbeurt over haar lievelingsdieren in het water valt. Goed geschreven, laagdrempelig door inhoud en opmaak en nog leerzaam ook.
Sofie en de pinguïns, Edward van de Vendel; uitg. Querido, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 451 1131 5; 165 blz.; € 13,95.