Commentaar: Vitamine D
Ouderen zullen het zich ongetwijfeld nog herinneren. Zodra de R in de maand kwam, verscheen er vroeger een flesje levertraan op tafel. Elke dag een theelepeltje was „goed voor de weerstand en de botten.” Als kind slikte je het spul snel door, want de smaak was niet bepaald aangenaam.
De ouders van toen en zeker hun kroost wisten destijds niet waarom levertraan zo gezond was. Maar inmiddels is de kennis daarover behoorlijk toegenomen. Dat begon al in 1919, toen werd aangetoond dat kromme beentjes –toen bekend als Engelse ziekte, nu rachitis genoemd– kon worden voorkomen door het eten van vis en het slikken van levertraan. Al snel werd een stof gevonden die daarvoor verantwoordelijk was: cholecalciferol. Omdat het de vierde vitamine was die ontdekt werd, werd het na A, B en C, vitamine D genoemd.
De in vet oplosbare vitamine zit vooral in vette vissoorten zoals haring en zalm, maar kan ook in de huid worden aangemaakt onder invloed van uv-straling uit zonlicht. Tenminste, als de zonkracht voldoende is. Vanaf half september tot eind april is dat in Nederland niet het geval.
Dat vitamine D onmisbaar is voor een goede gezondheid staat inmiddels als een paal boven water. Zo kwamen eerder deze week onderzoeksresultaten naar buiten waaruit blijkt hoe vitamine D een rol speelt bij de preventie van niet alleen rachitis, maar ook bij leukemie, dikkedarmkanker, hart- en vaataandoeningen en autoimmuunziekten zoals multiple sclerose, diabetes type 1 en de ziekte van Crohn, een chronische aandoening met ontstekingen in het darmkanaal.
De onderzoekers vonden meer dan 200 genen waarvan vitamine D direct de activiteit beïnvloedt, zo blijkt uit een publicatie van hun hand in het tijdschrift Genome Research. Een van de auteurs voegt eraan toe dat hiermee het bewijs is geleverd dat een tekort aan vitamine D bijdraagt aan de vatbaarheid voor veel ziekten.
Maar wat is een tekort en hoeveel vitamine D is nodig om dat te voorkomen bij bijvoorbeeld zwangeren, kinderen en ouderen? Het antwoord zal verschillend zijn, afhankelijk van wie het geeft. De Gezondheidsraad, als het om vitaminepillen gaat doorgaans nogal conservatief ingesteld, verhoogde in 2008 de aanbevelingen voor diverse bevolkingsgroepen, zoals kinderen, zwangeren en zogenden, naar 400 Internationale Eenheden (IE), oftewel 10 microgram. Een dubbele dosis –800 IE– wordt geadviseerd aan mensen met botontkalking of ouderen in zorgcentra en sowieso aan alle ouderen die weinig in de zon komen.
Diverse Amerikaanse vitamine-D-experts gaan echter uit van veel hogere doses, tot wel 2000 IE (50 microgram) per dag. In hun kielzog deden een Amerikaanse en Belgische vitamine-D-specialist eind juli in een wetenschappelijk tijdschrift ook een duit in het zakje. Het is volgens hen hoog tijd wereldwijd de aanbevelingen voor de inname van vitamine D te verhogen en aan te passen aan de huidige stand van wetenschappelijke kennis.
Het publiek krijgt hierover dus geen eenduidig advies. Die onduidelijkheid is ongewenst bij zo’n belangrijke vitamine. Het zou goed zijn als de deskundigen, ook uit de Gezondheidsraad, nog eens de koppen bij elkaar steken om op één lijn te komen.
Zie ook: Inname vitamine D te laag