Licht over duistere werkelijkheid
Titel:
”Antwoord mij”
Auteur: Susanna Tamaro
Uitgeverij: Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2001
ISBN 90 284 1919 5
Pagina’s: 176
Prijs: € 13,59. ”Antwoord mij” is de titel van de nieuwe roman van de Italiaanse schrijfster Susanna Tamaro. Het boek gaat zwaar aan tragiek, aan leed en pijn. De flaptekst meldt dat „het geloof in de liefde de mens in staat stelt boven zijn beperkingen uit te groeien.” Gelukkig dekt deze vlag de lading niet. ”Antwoord mij” is veel rijker; het is niet minder dan een roep tot de God van hemel en aarde.
Susanna Tamaro (1957) woont en werkt in Rome. Ze is afgestudeerd aan de filmacademie en heeft verschillende documentaires voor de Italiaanse televisie gemaakt. Met diverse boeken heeft ze een breed publiek aan zich verplicht. Met name ”De stem van je hart” (1994) werd in Italië een bestseller: binnen een halfjaar werden er meer dan 300.000 exemplaren van verkocht en wereldwijd zijn inmiddels al ruim 5 miljoen exemplaren over de toonbank gegaan. Nadien verschenen nog enkele boeken (”Anima Mundi”, ”Lieve Mathilda”) die ook veel aandacht kregen. Dit jaar kwam ”Antwoord mij” uit, dat meteen ook in een Nederlandse vertaling beschikbaar is.
De roman is enigszins verbazingwekkend samengesteld. Er zijn drie verhalen, ”Antwoord mij”, ”De hel bestaat niet” en ”Het bos in vlammen” van respectievelijk 70, 50 en 37 bladzijden. Deze verhalen staan geheel los van elkaar. Er is wat de thematiek betreft wel samenhang, maar dat maakt van drie losse verhalen natuurlijk nog geen roman. Overeenkomst is er in zoverre wel dat in elk verhaal het lijden centraal staat: verwaarlozing, misbruik, gebrek aan liefde in het leven van het weeskind Rosa; psychische mishandeling in het huwelijksleven van een vrouw; het verwerkingsproces van een moordenaar. Er is dus heel wat ellende in dit boek opgetekend.
Motto
Opmerkelijk is het motto van het boek: „Blijft in mijn liefde”, een tekst uit Johannes 15. In de passage waaruit deze tekst afkomstig is, spreekt de Heere Jezus over de ware wijnstok en de ranken. Het negende vers luidt: „Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.” Als het dus gaat om de interpretatie van het motto -„blijft in Mijn liefde”- dan gaat het niet in de eerste plaats om de liefde tussen mensen en ook niet allereerst om de liefde van mensen tot God. Het gaat om de liefde van God voor mensen, die aan alles voorafgaat.
Toch meldt de flaptekst dat ”Antwoord mij” duidelijk maakt dat „ieder van ons de kracht bezit om het leven te aanvaarden zoals het zich aan ons voordoet” en dat „het geloof in de liefde de mens in staat stelt boven zijn beperkingen uit te groeien.” Die interpretatie zit ernaast als je het motto serieus neemt. Maar het is vervolgens de vraag: Hoe wordt dit motto in de verschillende verhalen waargemaakt? Toch als een innerlijke krachtbron van humanistische snit?
In het eerste verhaal neemt de hoofdpersoon heel nadrukkelijk afstand van het geloof dat zij op de kostschool meekrijgt. Ze heeft al jong haar moeder verloren en wordt nu opgevoed door de zusters, die haar het katholieke geloof bijbrengen. Mede gedreven door haar eigen trieste leven -bij haar enige familieleden heeft ze in de vakanties een miserabel bestaan- zweert ze het geloof af en neemt de proef op de som: als God werkelijk alles zou zien, dan zal Hij wel ingrijpen als ze de rozenkrans van moeder-overste door het toilet trekt. Maar nee, er gebeurt niets.
Het gaat echter van kwaad tot erger, ze wordt bedrogen en misbruikt en uiteindelijk op straat gezet met schamele bezittingen. Er ligt te midden van haar uitzichtloze ellende één belangrijke vraag op haar hart, die ze bij gebrek aan een luisterend oor stelt aan een hond: „„Is er Iemand die ons leidt, of zijn we alleen?” vroeg ik hem. Hij had zijn ogen nog halfdicht, zijn tong hing uit zijn bek. Het leek of hij glimlachte. „Antwoord mij.””
Aanklacht
In het tweede verhaal vertelt een vrouw het sombere relaas van haar leven. Ze trouwde met een cynische en wrede echtgenoot. Geïnspireerd door Darwin en Nietzsche houdt hij er een levensdevies op na dat uitgaat van het recht van de sterkste, waarbij onderdrukking niet uit den boze is en voorplanting „van de soort” het doel van het huwelijk. Liefde is er niet, wel twee kinderen, van wie er een verstoten wordt door de wrede vader.
Uitgerekend deze zoon groeit uit tot het geweten van het hele gezin. Hij wordt een oprecht en vroom christen. Discussies thuis gaat hij niet uit de weg, ook niet als te voorzien valt dat ze met geweld beëindigd worden. Deze jongen, Michele geheten, is niet alleen een sprekende aanklacht tegen het gedrag van zijn vader, hij roept ook zijn moeder ter verantwoording. Niet allereerst met woorden, maar veel meer door wie hij is. In een brief aan zijn moeder schrijft hij: „God is geen idee! Hij is de plaats waar we vandaan komen en waar we ooit weer samenkomen. Het is Zijn liefhebbende barmhartigheid die ons leidt op onze weg. O mamma, wat zou ik het fijn vinden als jij je hart opende, als je je als boreling aan Zijn armen toevertrouwde!” Aan het slot van het verhaal is de spanning heel hoog geworden tussen de diepte van het schuldbesef en de roep om zich over te geven aan Gods ontferming.
Zwart kleed
De monnik die aan het slot van het derde verhaal zijn woorden richt tot een moordenaar, is een man van bijzondere wijsheid. Zijn brief getuigt ervan. Over zonde en de bevrijding daarvan schrijft hij: „Ik zei bevrijding, maar had evengoed ’zuivering’ kunnen zeggen. Zuivering van datgene wat uit ons hart komt, uit onze mond, van dat zo ouderwetse, maar in feite altijd zo onvoorstelbaar levende iets dat we ’zonde’ noemen. De zonde is niet een overtreding van de regels van een hiërarchische orde, maar een zwart kleed dat we over ons heen gooien. In die kunstmatige duisternis zien we niets, horen we niets, en toch zijn we ervan overtuigd dat we alles begrijpen.”
Deze citaten zijn aan te vullen met allerlei andere fragmenten uit de verhalen. Het maakt duidelijk dat het Susanna Tamaro erom te doen is de diepste pijn van het menselijke bestaan te zien in het licht van God. De rooms-katholieke natuur- en genadeopvatting is zichtbaar in de nadruk op het schepselmatige karakter van de mens: naar zijn aard aangelegd op God, op het Licht. Zonde is het niet komen tot je bestemming, maar dat doet in dit boek niets af aan het rebelse karakter ervan. Het is zeer verdienstelijk hoe Tamaro deze theologische en bijbelse inzichten als een zoeklicht laat schijnen op de duistere realiteit van het bestaan van haar hoofdpersonen.