De Pakistaanse minister van Financiën, Abdul Hafeez Shaikh, reist op korte termijn naar Washington voor overleg met het IMF. De politicus gaat vragen de voorwaarden te verlichten van een lening van 10 miljard dollar die de regering in Islamabad twee jaar geleden kreeg van de instelling. Dat is zondag bekendgemaakt.

De ramp in Pakistan duurt al bijna een maand en heeft naar schatting 20 miljoen mensen in meer of mindere mate getroffen. In het weekeinde sloegen opnieuw honderdduizenden mensen op de vlucht voor het water, nu vooral in de zuidelijke provincie Sindh.

Het water stroomt door Sindh op weg naar de Arabische Zee. De komende dagen zal het peil iets zakken, verwachten experts. Tot die tijd probeert de overheid de resterende dijken rond grote steden te versterken. Zo zijn de waterkeringen rond Hyderabad, de tweede grote stad van Sindh, verstevigd.

Circa 1600 mensen overleden tot nog toe, maar het dodental zal vermoedelijk nog oplopen, nu besmettelijke ziekten uitbreken. De BBC meldde zondag op basis van gegevens van de wereld­gezondheidsorganisatie WHO dat zeker 200.000 mensen kampen met acute diarree.

De oogsten in Pakistan zijn verwoest in de belangrijkste landbouwgebieden, die langs de buiten hun oevers getreden grote rivieren liggen. Woningen, wegen en spoorlijnen zijn verwoest, terwijl de belangrijke textielindustrie ook zware klappen kreeg. De schadepost voor de economie zou kunnen oplopen naar 43 miljard dollar (bijna 34 miljard euro).

De internationale gemeenschap heeft inmiddels meer dan 800 miljoen dollar (circa 630 miljoen euro) toegezegd voor noodhulp. „Het is zeer waarschijnlijk dat de noodzaak voor donaties nog sterk zal toenemen omdat het aantal mensen dat direct humanitaire hulp nodig heeft, is gestegen van 6 naar 8 miljoen”, aldus een woordvoerder van OCHA, de hulporganisatie van de Verenigde Naties. „We leveren een gevecht tegen de tijd.”