Afschaffen, die hypotheekrenteaftrek
Evenals veel andere westerse landen staat Nederland voor de uitdaging om de overheidsfinanciën de komende jaren weer in het gareel te krijgen. De omvang van bezuinigingen die noodzakelijk zijn, maken pijnlijke beslissingen onvermijdelijk. Een uitgelezen moment, zou je denken, om dan ook de aftrek van de hypotheekrente te versoberen. Economen dringen immers al jaren aan op deze maatregel, omdat deze vorm van subsidie verstorend werkt op de woningmarkt en de financiële markten. Met een versobering ervan sla je twee vliegen in één klap: je verbetert de overheidsfinanciën en je versterkt de economische structuur op lange termijn.
Dat zou een mooi voorbeeld kunnen zijn van hoe een crisis kan meewerken om ballast uit het verleden weg te doen en de economie op lange termijn juist te versterken. Voor politieke partijen als het CDA en de VVD (en ook de SGP), die financiële degelijkheid en het bevorderen van een concurrerende economie hoog in het vaandel hebben staan, dus een aantrekkelijke maatregel.
Angst
Het gebrek aan verantwoordelijkheid dat deze partijen inzake dit dossier tentoonspreiden, wordt waarschijnlijk ingegeven door angst voor de kiezer. Ervan uitgaande dat CDA-, SGP- en VVD-kiezers doorgaans hogere inkomens genieten, en daardoor meer profiteren van de huidige hypotheekrenteaftrek en relatief veel geïnvesteerd hebben in een dure woning, vrezen deze partijen hun achterban tegen de haren in te strijken.
Maar met de groeiende noodzaak van het stabiliseren van de overheidsfinanciën beseffen ook vele rechtse kiezers dat dit een kortzichtig standpunt is. Het is veel beter de koe bij de horens te vatten en deze pijnlijke maar op lange termijn toch onvermijdelijke maatregel nu in gang te zetten. Anders blijft deze als het zwaard van Damocles boven de woningmarkt hangen.
Dit blijkt ook uit een recente enquête van NRC Handelsblad onder 8000 respondenten. Daaruit komt naar voren dat ook van de VVD- en CDA-kiezers 70 procent voorstander is van het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek. Bij beide partijen blijkt een meerderheid voor het overhevelen van de eigen woning van box 1 (inkomen) naar box 3 (vermogen), waar deze volgens veel economen ook thuishoort. Op zich is dat een verheugend teken, omdat dit laat zien dat kiezers blijkbaar toch niet alleen kortzichtig aan hun eigenbelang denken en de zure appel voor zich uit willen blijven schuiven of het liefst op het bordje van toekomstige generaties leggen.
Rentmeesterschap
Ik vind het daarom pijnlijk en ook schadelijk voor de politiek dat juist die partijen die pal staan voor degelijk financieel-economisch beleid op dit punt vermeende partijpolitieke belangen zwaarder laten wegen. Het is het zoveelste voorbeeld van het falen van de politiek om pijnlijke maatregelen te treffen die in het algemeen belang zijn. Dat druist in tegen de waarden waar juist ook het CDA en de SGP als christelijke partijen voor staan. Rentmeesterschap houdt immers ook in dat je rekeningen niet afschuift op anderen.
Want hoge huizenprijzen mogen dan een aantrekkelijke pensioenverzekering voor de oudere generaties opleveren, ze vormen daarmee tegelijkertijd een belasting voor de jongere generaties die deze hoge prijzen moeten betalen. In het verleden zijn al veel te veel mensen letterlijk slapend rijk geworden door simpelweg een eigen huis aan te schaffen en te profiteren van de waardestijging ervan, mede dankzij de hypotheekrenteaftrek. Je was een dief van je eigen portemonnee als je niet al je vermogen in je huis stopte, want het (onbelaste) rendement op het eigen huis was niet te evenaren door de (belaste) rente op je eenvoudige spaarrekening.
Verloren jaren
Helaas hebben VVD en CDA zich evenwel door hun verkiezingsbelofte verbonden aan het handhaven van de hypotheekrenteaftrek. Met het vormen van een rechtse regering, gedoogd door PVV, is het daarmee uiterst onwaarschijnlijk dat beide partijen terugkeren op hun schreden. De kiezer zal dus nog enkele jaren moeten wachten en onzekerheid moeten verdra-gen voordat een nieuwe politieke constellatie dit zal realiseren. Dat zijn verloren jaren.
Maar wellicht leidt het onderhandelingsproces niet tot een regeerakkoord en is ook de PvdA eindelijk bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen en samen met VVD en CDA een middencoalitie te vormen. Dan is dat een buitengewoon geschikte gelegenheid voor VVD en CDA om in het kader van het geven en nemen deze ballast van zich af te werpen. Hopelijk is het dan mogelijk een perspectief te scheppen waarbij met een ruime overgangsperiode (van pakweg twintig jaar) de fiscale behandeling van de eigen woning wordt genormaliseerd (zo mogelijk in combinatie met een verlaging van belastingtarieven) en in lijn gebracht met de praktijk in andere Europese landen.
Dat vind ik wel zo’n prettig idee voor als mijn kinderen zover zijn dat zij een eigen huis gaan kopen. De kiezer zal het CDA en VVD daarom heus niet al te zwaar aanrekenen als zij deze mogelijkheid aangrijpen om alsnog de bakens te verzetten.
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan de Universiteit van Tilburg. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl