Agrariër bezoekt collega in verre oorden
Grazen bonte koeien in ontwikkelingslanden anders dan in Nederland? Hoe krijgen lelies knoppen bij temperaturen van boven de 50 graden Celsius? Touroperator Makor Reizen uit het Ridderkerkse Rijsoord stelt gecombineerde groepsreizen samen voor boeren, kwekers en tuinders met bezoeken aan collega-bedrijven om vragen als deze te beantwoorden.
Hoewel het kantoor van Makor Reizen aan de Pruimendijk bescheiden oogt, rinkelt de telefoon onafgebroken. Al tien jaar organiseren J. Heester (46) en echtgenote H. Heijkoop (36) vanuit Rijsoord diverse groepsreizen naar verre oorden. Als een van de weinige in Nederland stelt de reisorganisator groepsreizen samen voor boeren, kwekers en tuinders.
„Een manager van een grote bank die eerder aan een groepsreis deelnam, vroeg ons of we een vakantiepakket op maat konden samenstellen voor de doelgroep”, vertelt Heester. „Het moest iets bijzonders worden. De bank hoopte hiermee haar agrarische rekeninghouders ondanks alle concurrentie te behouden. Inmiddels organiseren we voor veel lokale banken groepsreizen.”
Makor Reizen wist via haar agenten contact te leggen met verschillende agrarische bedrijven in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Deze kunnen tijdens de rondreis worden bezocht. Nederlandse agrariërs reageren enthousiast.„Ze zijn vooral geïnteresseerd in de vraag of geëmigreerde collega’s succesvol zijn en hoe die hun bedrijf in dat land opzetten. Zo vertrok onlangs een groep bollenkwekers uit Noord-Holland naar Zuid-Afrika. Ze bezochten daar onder meer een struisvogelbedrijf, een tabaksplantage, een rooibostheeboer en een leliekwekerij.”
Doordat groepsleden een vakantie boeken om ook te ontspannen en alle sores van het boerenbedrijf of de kwekerij achter zich te laten, maken bedrijfsbezoeken een klein onderdeel uit van de rondreis. „We bieden een gevarieerd programma aan. Je moet een bollenkweker niet dagelijks een bollenbedrijf laten bezoeken. Anders heeft hij nog niet het gevoel op vakantie te zijn.”
Hoewel Makor Reizen een commerciële reisorganisatie is en Heester en zijn vrouw hun brood ermee verdienen, zetten zij hun activiteiten op vanuit een ideologie: de kloof tussen arm en rijk in de wereld verkleinen. Van zendingsdrang wil Heester echter niets weten, wel van een humanistische meelevendheid.
„Tijdens een rondreis door Egypte in de jaren tachtig werd ik geconfronteerd met de ongelofelijke armoede waarin de bevolking leefde. Vanaf dat moment kon ik niet meer begrijpen dat mensen het hart in hun lijf hadden om op een vijfsterren-cruiseschip met cocktailbar en fitnessruimten over de Nijl te varen, terwijl op luttele afstand mensen stierven van de honger.”
Heester stelde zijn visie bij nadat hij van diverse buitenlandse ministeries voor toerisme vernam dat de bevolking in derdewereldlanden juist leeft van toerisme. Reden voor de globetrotter om met broer Ger -die inmiddels uit het bedrijf is gestapt- een reisorganisatie te starten.
„We willen mensen bewust maken dat de wereld niet ophoudt bij de Nederlandse grens”, vervolgt hij. „Tweederde van de wereld leeft in armoede. Alleen al in Zuid-Afrika, het welvarendste land van het continent, sterven jaarlijks 25.000 kinderen. Ik weet dat ik de ongelijkheid niet kan oplossen, maar hoop dat toeristen bij terugkomst genuanceerder naar de wereld kijken.”
Volgens Heester worden de agrariërs op hun trip niet ondergedompeld in allerlei misstanden en ellende. Wel worden bezoeken aan de Tafelberg en de Victoria Watervallen afgewisseld met een bezoek aan een ”township” (krottenwijk) of een schooltje voor zwarte kinderen in Johannesburg. Tevens worden agrarische ondernemingen bezocht die ontwikkelingswerk hoog in het vaandel hebben. „Veel groepen laten daar een cheque achter. Zo adopteerde een Nederlands bankfiliaal onlangs een schooltje. Daarmee verricht je toch een stukje ontwikkelingswerk.”
Tevens worden de trips zo opgezet dat de opbrengsten uit de toeristenindustrie zoveel mogelijk bij de plaatselijke bevolking terechtkomen. „Hoewel Zuid-Afrika sinds enkele jaren verlost is van het apartheidsregime, zijn het vooral de blanken die de leiding hebben over bedrijven en hotelketens”, weet de Rijsoordenaar. „Het zwarte personeel verdient een karig loontje. Onze agenten zoeken logies uit waarbij het zwarte personeel goed wordt behandeld en meer verdient. Hierdoor verdwijnt zo min mogelijk geld in westerse zakken.”