Basel wijkt voor druk banken
In de eerste helft van deze week schoten de bankaandelen omhoog. Daarbij speelde de uitslag van de stresstests een rol, maar meer nog de aankondiging dat de verzwaring van de kapitaaleisen voor de betrokken ondernemingen is afgezwakt en pas later ingaat.
Nu iedereen de balans heeft opgemaakt, constateren we dat de conclusies over de crisisbestendigheid van de Europese banken overwegend goed zijn ontvangen. Zeven van de 91 kandidaten slaagden niet. De overige voldoen aan het criterium dat de zogeheten Tier-1-ratio niet tot onder de 6 procent mag dalen. Dan praten we over het kernvermogen uitgedrukt als percentage van het vreemd vermogen, over de verhouding tussen enerzijds aandelenkapitaal, reserves en langlopende achtergestelde leningen en anderzijds de naar risico gewogen uitstaande vorderingen.
We zetten de cijfers voor de Nederlandse marktpartijen nog even op een rij. In het somberste scenario dat is beproefd, scoort Rabo een keurige 12,5 procent. SNS komt uit op 10,5 procent, ABN AMRO op 9,9 en ING op 8,8. NIBC, Friesland Bank en Van Lanschot, die vrijwillig de toets uitvoerden, meldden respectievelijk 12,2, 9,6 en 9 procent.
Het voornaamste kritiekpunt op de methodiek betreft de wijze waarop in de simulaties is omgesprongen met de schuldenproblematiek binnen de eurozone. Weliswaar is in de rekenexercities een flinke waardedaling van staatsobligaties van vooral de zuidelijke EU-naties ingecalculeerd, maar een faillissement van een of meer, in de zin dat zij niet langer aan hun rente- en aflossingsverplichtingen voldoen, blijft buiten beeld. In die situatie zijn de afboekingen op de leningen aan die overheden veel forser.
De keuze van de autoriteiten om die gevolgen niet in kaart te brengen, valt te begrijpen. Zij achten het zeer onwaarschijnlijk dat zo’n dramatische ontwikkeling zich voordoet. Zij hebben immers een stevig vangnet, van 750 miljard euro, gespannen om lidstaten te helpen. De suggestie wekken dat het toch helemaal mis kan gaan, zou de geloofwaardigheid van de opgetuigde constructie aantasten.
De publicaties bevatten veel informatie over de posities die banken in de verschillende landen aanhouden. Aan de hand daarvan zijn analisten zelf aan het rekenen geslagen. Barclays en Goldman Sachs hebben becijferd dat bij wanbetaling ruim 20 van de 91 instellingen door de ondergrens zakken.
Al met al bevestigen de resultaten van de stresstests dat de meeste banken bestand zijn tegen een stootje. Maar zij bieden geen garantie voor de toekomst, om een bekende slogan te gebruiken. Minister De Jager waarschuwde in een eerste reactie vorige week vrijdagavond al: „Dit geeft geen volledige zekerheid.” De werkelijkheid laat zich immers niet voorspellen, het kan altijd erger uitpakken. De ernst van de gebeurtenissen in de herfst van 2008 had ook niemand voorzien. Niettemin bleek maandag uit de koersen op de beurzen dat er sprake is van een gunstig effect op het vertrouwen onder beleggers.
De positieve stemming werd vervolgens sterk aangewakkerd door een akkoord binnen het zogeheten Basels Comité. Daarin hebben de toezichthouders van de grote industriële landen zitting. DNB-president Wellink fungeert als voorzitter.
Onder invloed van de kredietcrisis zijn er plannen om de teugels voor de banken strakker aan te halen. Kortweg komt het erop neer dat zij voortaan over meer kapitaal, over een grotere buffer dienen te beschikken om tegenvallers op te vangen.
Die nieuwe regels (Basel-3) zouden eind 2012 in werking treden, maar deze week is besloten tot enkele jaren respijt. Voorts was aanvankelijk de bedoeling de bepaling op te leggen dat tegenover elke euro aan eigen vermogen maximaal 25 euro aan uitzettingen mag staan, ongeacht de mate van risico verbonden aan die activa. Dit wordt versoepeld tot 33 euro. Dus: een vereist niveau van de zogenoemde leverage-ratio van 3 in plaats van 4.
De banken redeneren dat snelle aanpassingen hoge kosten meebrengen en de toch al teruggeschroefde kredietverlening aan bedrijven en consumenten verder bemoeilijken. De toezichthouders zijn gezwicht voor hun druk.
Het betekent dat zij op dit punt voorlopig ervan afzien de door hen noodzakelijk bevonden lessen te trekken uit de recente rampspoed in de sector. Die opstelling verschaft de banken lucht, maar vergroot het gevaar dat zij bij onverhoopt een volgende crisis in problemen raken en weer aan het overheidsinfuus moeten.