Cultuur & boeken

Van kralensnoer tot Karbala

Het ontstaan van de soennieten en de sjiieten, beschreven in ”De tweespalt na de profeet”, draait om de vraag wie Mohammed als leider mag opvolgen.

Gerard C. van de Bruinhorst
28 July 2010 08:39Gewijzigd op 14 November 2020 11:19
Foto EPA
Foto EPA

De rivaliteit tussen soennieten en sjiieten begint als Mohammeds tienervrouw Aisha na een nachtelijk toiletbezoek in de woestijn haar halsketting kwijtraakt. De karavaan rijdt door, het meisje wordt de volgende ochtend galant thuisgebracht door een jonge strijder, maar het kwaad is geschied: de hele oase fantaseert over wat er die nacht tussen hen is voorgevallen. Ali, Mohammeds schoonzoon en neef, adviseert nogal bot: „Vrouwen genoeg, u kunt haar makkelijk vervangen.”

Negenentwintig jaar later staan Aisha en Ali met twee legers tegenover elkaar in de Slag van de Kameel. Op dat moment, 24 jaar na de dood van Mohammed, komen de kiemen van het grootste islamitische schisma tot wasdom: de tweespalt tussen de soennieten en de sjiat-Ali (de partij van Ali) is een feit.

Hazletons boek ”De tweespalt na de profeet” beschrijft deze vroege geschiedenis. Ze draait om de vraag wie het leiderschap van Mohammed waardig is. De sjiitische minderheid claimt dat dit in de familie van Mohammed moet blijven: via dochter Fatima, schoonzoon Ali en kleinzonen Hasan en Hussein. Soennieten (ongeveer 85 procent van de moslims) erkennen de rechtmatigheid van wat er historisch gebeurd is: Ali wordt als leider driemaal gepasseerd. Pas na 25 jaar komt hij als vierde kalief (plaatsvervanger) aan de beurt, maar hij heeft gedurende zijn machtsperiode de handen vol aan een reeks opstanden, waaronder die van Aisha.

Na de moord op Ali in 661 grijpt de Syrische gouverneur Muawiya zijn kans om de vijfde kalief te worden en tevens zijn zoon Yazid op de troon te helpen. Ali’s nog levende zoon Hussein wordt opnieuw overgeslagen. Negentien jaar na de dood van zijn vader komt Hussein met 71 getrouwen naar de Irakese hoofdstad Kufa om aanspraak te maken op het kalifaat. Het naïeve groepje wordt vlak bij de Eufraat bruut vermoord. Op deze plaats zal de pelgrimsstad Karbala verrijzen, de ”plaats van ellende” en een van de heiligste steden van het sjiisme.

In een boeiend relaas weet Lesley Hazleton deze gebeurtenissen tot leven te wekken en te schetsen hoe ze het sjabloon vormen voor het interpreteren van de chaotische werkelijkheid in het Midden-Oosten. De Iraanse revolutie, de Iran-Irakoorlog, bomaanslagen in Irak, ze hebben allemaal een hoge ”Karbalafactor”. Het is een verdienste van de auteur dat ze uit duizenden anekdotes een spannend geheel destilleert. De complexiteit van de bronnen wordt gesuggereerd maar verstoort nergens het verhaal. Door vormgeving en stuwende kracht van de vertelling is dit een uniek boek in het Nederlands taalgebied. Het is bruikbaar voor een grote doelgroep, inclusief het voortgezet geschiedenisonderwijs.

Enkele kritische opmerkingen: in de laatste hoofdstukken wordt zo veel uiteenlopende stof behandeld dat het enigszins afbreuk doet aan het knappe verhalende deel. Verder heeft Hazleton veel oog voor de underdog van de islamitische geschiedenis en de sjiitische kant komt dan ook beter uit de verf dan de soennitische weergave van de gebeurtenissen. Ten slotte zal niet iedereen de vergelijkingen tussen het lijden en sterven van Jezus en de martelaarsdood van Hussein even behulpzaam vinden, al is het duidelijk dat de perceptie door respectievelijk christenen en sjiitische moslims veel overeenkomsten kan vertonen.

De tweespalt na de profeet. Het intrigerende verhaal van de sjiitische en soennitische rivaliteit, Lesley Hazleton;
vertaald uit het Engels door Meile Snijders; uitg. Bulaaq, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 5460 1739; 272 blz.; € 22,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer