Opinie

Bedrijfsleven moet meer doen tegen zwerfafval

Zwerfafval veroorzaakt ergernis en kost de belastingbetaler veel geld. Bedrijven moeten meer doen om te voorkomen dat hun producten en verpakkingen op straat belanden, vindt Sandra Korthuis.

22 July 2010 08:10Gewijzigd op 14 November 2020 11:16
Foto ANP
Foto ANP

Blikjes, flesjes en wikkels in het gras, sigarettenpeuken tussen de stoeptegels en andermans afgedankte kauwgom onder onze schoenen. Zwerfafval is de meeste burgers een doorn in het oog en staat hoog in de top tien van erger­nissen. Ook de kosten liegen er niet om: jaarlijks kost het opruimen van deze troep 250 miljoen euro, zo blijkt uit onderzoek. Bijna 200 miljoen daarvan komt voor rekening van de gemeenten. Of anders gezegd: van de belastingbetaler.

Gemeenten ruimen de rommel op uit zorg voor een nette open­bare ruimte, maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vraagt zich af of het nog wel verantwoord is om de maatschappij voor alle kosten te laten opdraaien. Niet de belastingbetaler moet betalen, maar de vervuiler.

Veel mensen zullen denken: fikse boetes voor de zwerfafval­veroorzakers, dan leren ze het wel af! Zeker, handhaving is belangrijk en gemeenten zetten daarop in. Maar de boete bedraagt 90 euro. De inzet van handhavers en de afwikkeling van de boetes kosten meer dan ze opbrengen. Ook dan betaalt dus de belastingbetaler.

De VNG denkt dat het anders kan en moet. Ongeveer de helft van het zwerfafval bestaat uit verpakkingsmateriaal, zoals kleine plastic flesjes en blikjes. Het verpakkende bedrijfsleven is ver­antwoordelijk voor de inzameling en het hergebruik van verpakkingen –de zogenaamde producentenverantwoordelijkheid–, dus ook voor verpakkingen die op straat belanden. Het bedrijfsleven moet daarom meer doen tegen zwerfafval. Zowel door de hoeveelheid verpakkingsmateriaal (potentieel zwerfafval) te verminderen als door mee te betalen aan het op­ruimen van het zwerfafval.

Helaas hebben we van het bedrijfsleven zelf nog te weinig ini­tiatief en productinnovatie gezien. En dat terwijl er genoeg mogelijkheden zijn. Afbreekbare kauwgom bijvoorbeeld. Het bestaat, dus kauwgommakers: verlos ons van die vieze stoepplakkers!

Ook statiegeld kan een middel zijn. Door statiegeld op pet-flesjes en ander verpakkingsmateriaal neemt de hoeveelheid afval af en gaat er minder belastinggeld verloren aan het opruimen van troep. Statiegeld stimuleert de consument immers de verpakking terug te brengen. Bovendien draagt statiegeld bij aan een duidelijker invulling van de producenten­verantwoordelijkheid: de verpakking gaat terug naar de producent. Het bedrijfsleven voelt hier echter weinig voor en ziet een nieuwe discussie over statiegeld als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangen.

De VNG hoopt dat het nieuwe kabinet een duidelijk standpunt inneemt over de rol van het bedrijfsleven bij afvalpreventie. Maar het bedrijfsleven hoeft niet lijdzaam af te wachten tot er een kauwgomverbod komt of statie­geld breder wordt ingevoerd. Het bedrijfsleven kan zelf laten zien hoe het het probleem van zwervende verpakkingen wil aan­pakken. Het is tijd voor initiatief. Het is tijd voor innovatie.

De auteur is lid van de directieraad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer