„Praat over de mishandeling die je ziet”
Het valt vaak niet mee om ouderenmishandeling aan te kaarten. Bij diefstal is de drempel om dit te bespreken of te melden niet zo hoog. Het wordt anders wanneer professionals signaleren dat een man met veel liefde voor zijn vrouw zorgt en tegelijkertijd dingen doet die niet door de beugel kunnen. Dat weet Mirjam van Dongen, ambassadeur van de campagne STOP Ouderenmishandeling, uit ervaring.
„Hulpverleners vinden het makkelijker om huiselijk geweld aan de kaak te stellen bij mensen van middelbare leeftijd of bij jonge stellen. „Maar wie ben ik om een echtpaar dat vijftig jaar getrouwd is ter verantwoording te roepen, om ouderen op hun gedrag aan te spreken?” hoor ik regelmatig zeggen.”
Een complicerende factor is dat iedereen bepaalde vormen van mishandeling kan begrijpen. „Als sociaalpsychiatrisch verpleegkundige maakte ik vroeger veel problemen door dementie mee. Het gevaar van beroepsdeformatie is groot. Dan vind je het logisch wanneer mensen vertellen dat ze hun partner soms achter het behang willen plakken. Of dat er af en toe gewelddadige gevoelens boven komen. Er is immers geen opzet in het spel. Het valt ook niet mee als iemand voor de veertigste keer hetzelfde verhaal moet vertellen of aanhoren. Toch zijn dergelijke gevoelens niet te rechtvaardigen. Mensen gaan een grens over.”
Van Dongen ziet hulpverleners vaak worstelen met het spanningsveld tussen huiselijke geweld invoelen en zaken als ontoelaatbaar bestempelen. „Soms blijft een gesprek achterwege uit angst het vertrouwen te verliezen. Hoe aanlokkelijk het voor een mantelzorger ook is om de partner met een gedragsstoornis extra rustgevende pillen te geven, hij gaat een grens over. En dat moet aangekaart worden.”
Volgend voorjaar wordt naar verwachting de ”Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld” van kracht. De mishandeling van ouderen valt ook onder deze code. „Het is dan gedaan met de vrijblijvendheid”, legt Van Dongen uit. „Iedereen die met mensen werkt is verplicht iets met zijn onderbuikgevoelens te doen. De meldcode behelst vier stappen. Een hulpverlener moet de signalen die hij oppikt objectiveren. Daarna dient hij zijn vermoedens aan een collega voor te leggen. De derde stap is het bespreken van het grensoverschrijdende gedrag met de betrokkene. Als laatste moet een verzorgende besluiten of hij er een melding van maakt.”
Volgens Van Dongen lukt het altijd om mishandeling bespreekbaar te maken. „Niemand vindt het leuk om te horen dat hij iets verkeerd aanpakt, maar als die boodschap respectvol wordt gebracht, blijft gesprek mogelijk. Nooit mag een hulpverlener met het vingertje wijzen en roepen dat een mantelzorger iets helemaal verkeerd heeft gedaan. Wel kan hij aangeven dat de oplossing die iemand kiest niet goed is. Vervolgens er moet naar een uitweg worden gezocht.”
Dit is het vijfde artikel in een serie over mishandeling van ouderen.