De fondsen van de Chinese, Russische, Arabische en andere overheden staken vorig jaar 22,9 miljard dollar (16,5 miljard euro) in allerlei aankopen. Dat is 15 procent meer dan het voorgaande jaar, wat ook al een recordjaar was.

Als geheel kelderden de wereldwijde buitenlandse investeringen vorig jaar juist met zo’n 37 procent tot 1114 miljard dollar (785 miljard euro). Het jaar ervoor waren ze ook al gedaald, met 16 procent.

De staatsfondsen krijgen hun geld door de verkopen van onder meer olie en gas en door andere inkomsten van de overheden. De puissant rijke fondsen hebben hun beleggingen vorig jaar voor een deel verlegd van banken naar voornamelijk de auto- en mijnbouwsector. Ze verschoven hun aandacht ook van de Verenigde Staten en Europa naar Azië, waar de economie krachtiger herstelt.

Dit voorjaar bleef het investeringsbedrag van staatsfondsen wel iets achter bij dat van vorig jaar. Over de eerste vijf maanden hebben ze zo’n 4 miljard dollar (2,8 miljard euro) uitgegeven. Maar de achterstand kan inmiddels ongedaan zijn gemaakt door een Chinees belang in Volvo. Een Arabisch fonds aast daarnaast volgens geruchten op een belang in het geplaagde BP.

Andere investeerders zijn dit jaar juist actiever geworden. Het VN-rapport ziet dit voorjaar een bescheiden herstel van de totale investeringen. Het rekent op een gestage toename van de buitenlandse investeringen wereldwijd naar 1200 miljard dollar (845 miljard euro) in 2010. Dat moet in 2012 zijn opgelopen naar 1600 à 2000 miljard dollar (1125 à 1400 miljard euro).