Op de vroege ochtend van 9 februari besloot de politie het station in Den Bosch en de omgeving te ontruimen in verband met de uitspraken en het gedrag van de 43-jarige man uit Bergen op Zoom.

Volgens een getuige meldde de man, gekleed in een Arabisch gewaad, dat hij een bom bij zich had. Later zei hij dat hij een explosief had geactiveerd.

Politiemensen, bomexperts en politiehonden kamden het stationsgebouw tot ver in de middag uit, maar vonden geen explosieven. Omdat de man in de intercity vanuit Roosendaal zat, werden ook andere stations op het traject Roosendaal-Den Bosch onderzocht. Ook daar werd niets gevonden.

Door het onderzoek strandden honderden reizigers op het station Den Bosch. De treinenloop in de wijde omtrek van de stad was verstoord, evenals het auto- en busverkeer in de stad zelf.

Het incident kenmerkte zich verder door onduidelijke communicatie van de NS en burgemeester Rombouts van Den Bosch. Een woordvoerster van de NS zei ’s morgens dat er explosieven waren gevonden, terwijl het onderzoek daarnaar nog in volle gang was. De burgemeester liet zich in de loop van de ochtend ontvallen dat de situatie iets ernstiger was dan in het eerste uur werd gedacht.

’s Middag had in de woning van de man huiszoeking plaats. De politie kreeg daarbij assistentie van het Explosieven Opruimings Commando (EOC). Daarbij werden geen gevonden goederen die op strafbare feiten wezen, zo meldde de politie.