Kans op dubbele dip in economie neemt toe
Bedrijven presenteren dezer dagen veelal klinkende kwartaalcijfers. Toch groeit de kans op een nieuwe dip. Grote vraag is of dit ook een ‘dubbele’ zal zijn.
Soms zou je als belegger wensen dat consumenten er nét zo over dachten als jijzelf. Zoals de afgelopen dagen bijvoorbeeld. Want waar consumenten nog vreesachtig zijn om hun euro’s te laten rollen, kochten beleggers massaal aandelen.
Tot woensdag althans. Toen sloot de Amsterdamse AEX-index voor de zevende dag in de plus in een rally waarin in nauwelijks één week tijd een koerswinst van circa 10 procent werd gerealiseerd.
Het waren vooral de kwartaalcijfers van bedrijven die aandelenbeleggers enthousiasmeerden. Zoals bijvoorbeeld de resultaten van het Amerikaanse zwaargewicht Intel, dat dinsdagavond nabeurs het beste kwartaalresultaat ooit presenteerde.
Toch doen beleggers er verstandig aan wat verder te kijken dan naar de cijfers alleen.
Kwartaalcijfers kijken namelijk per definitie terug en bieden dus geen enkele garantie voor de toekomst. En naast de over het algemeen keurige cijfers van bedrijven over het eerste halfjaar van 2010, staan evenzoveel signalen dat het schijnbare economische herstel minder houdbaar is dan het lijkt.
Zelfs zo veel dat diverse economen vrezen voor een dubbele dip; een scenario waarbij na de recessie van eind 2008 en begin 2009 een nieuwe periode van krimp dreigt.
Wat zijn eigenlijk de redenen voor die mogelijke economische teruggang?
Allereerst het feit dat het belangrijkste effect van de honderden miljarden die overheden mondiaal uit de kast trokken om de crisis te keren, is uitgewerkt. En veel nieuwe steunmaatregelen vallen er niet te verwachten nu de financiële markten regeringen zo ongeveer dwingen om orde op zaken te stellen met hun begrotingen en staatsschuld.
Terugtrekkende overheidsbestedingen hoeven echter geen probleem te zijn, zolang de particuliere sector (consumenten en bedrijven) maar klaar staat om het estafettestokje van de staat over te pakken. Maar daarvan lijkt nog geen sprake te zijn.
Louter op de vleugels van de export wisten veel Europese landen er recent een economische plus uit te persen, maar dit was meer desondanks dan dankzij de particuliere sector.
Consumenten zien het na een achtereenvolgende banken-, landen- en eurocrisis eventjes niet meer zitten. Ondanks de extreem lage rentestand –kunstmatig gedrukt door monetaire autoriteiten– potten zij hun geld liever op dan dat zij het spenderen. En op die manier zullen bedrijven op hun beurt natuurlijk geen uitbreidingsinvesteringen willen doen.
Het huidige optimisme van beleggers wordt daarmee zacht gezegd nog niet ondersteund met opbeurende macro-economische cijfers. En dat op een moment waarop het échte bezuinigingswerk door overheden nog beginnen moet. Somber stemt daarbij dat, over een langere periode bezien, de werkloosheid nog altijd stijgt. En werklozen zijn, zo veel mag duidelijk zijn, vrij beroerde consumenten.
De kans lijkt daarom groot dat aandelenbeleggers er de komende weken achter zullen komen dat de wereldeconomie er stukken minder gunstig voorstaat dan zij aanvankelijk hebben afgeleid uit de kwartaalcijferkanonnade.
Of de economische groei zal terugzakken lijkt daarmee haast geen vraag meer, eerder hoe groot die teruggang zijn zal. Wordt het een échte dubbele dip –een nieuwe recessie– of blijft de schade beperkt tot een klein dipje in een verder licht opgaande lijn?
Opvallend is dat de Amerikaanse topeconoom en Nobelprijswinnaar (2008) Paul Krugman, die enkele jaren geleden de regering-Bush nog maande tot een strikter begrotingsbeleid, de moed in de schoenen lijkt te zijn gezonken nu steeds meer het besef doorbreekt dat het in de VS, maar ook in Europa en zelfs een heel klein beetje in China, minder goed gaat dan men aanvankelijk hoopte.
Tegenover persbureau Bloomberg liet hij zich vorige week ontvallen dat in de VS de regering alle registers moet opentrekken om de economie voor een nieuwe recessie te behoeden. „We maken nu het begin mee van wat wel eens een lange strijd kan gaan worden en we moeten alles ertegenaan smijten wat we hebben”, aldus Krugman. Hij denkt daarbij aan werkverschaffingsprojecten en aan alle monetaire en fiscale mogelijkheden die er verder zijn.