Berlusconi had het op de vertrouwensvraag gegooid. Voor de stemming waarschuwde hij dat zijn regering zou opstappen als het bezuinigingsplan van tafel zou worden geveegd. Sinds zijn aantreden in het voorjaar van 2008 heeft de staatsman –tot groot ongenoegen van de Italiaanse politiek en ook van zijn eigen partij– al dertig keer op deze manier een wet doorgedrukt.

De vakbonden hebben veel kritiek op de plannen, onder meer omdat de salarissen van werknemers in de publieke sector drie jaar lang worden bevroren. Ook krimpen de budgetten van ministeries met 10 procent en is er minder geld voor de lokale overheden.

Volgens Berlusconi zijn de bezuinigingen noodzakelijk en zijn ze ook ingegeven vanuit Brussel. Italië is immers een van de landen met de hoogste staatsschuld ter wereld.

Het pakket maatregelen wordt nog niet definitief ingevoerd. Daarover neemt eind juli de Italiaanse Tweede Kamer een beslissing. Omdat Berlusconi ook daar een grote meerderheid heeft en omdat hij ook dan weer de vertrouwenskwestie ter sprake zal brengen, is de verwachting dat het Huis van Afgevaardigden het bezuinigingsplan aanneemt.