Nieuw gezicht christendom
Het zwaartepunt van het christendom verplaatst zich naar het zuidelijk halfrond. De jongste publicatie van Mark Noll, een vooraanstaand Amerikaans kerkhistoricus die publiceert over de evangelicals, is aan deze materie gewijd.
Aan het begin van de twintigste eeuw woonde 70 procent van de christenen in Europa, terwijl 90 procent blank was. Aan het begin van de 21e eeuw zijn deze cijfers drastisch veranderd.
In zijn jongste publicatie ”The New Shape of World Christianity” gaat de Amerikaanse kerkhistoricus Mark Noll na wat de invloed van het Amerikaanse christendom op deze ontwikkeling is geweest.
Kenmerkend volgens hem is dat het Amerikaanse christendom alle nadruk laat vallen op de Bijbel als zodanig, met verwaarlozing van historie en traditie. Bovendien staat het individu centraal, niet de gemeenschap, en wordt de vrijheid van de christen beklemtoond boven andere zaken. Ten slotte ontbreekt een band tussen kerk en staat.
Vooral dat laatste acht Noll van belang. Niet alleen is er bij het christendom in Afrika, Azië en Latijns-Amerika sprake van directe invloed vanuit Amerika: het gaat hem vooral om sociologische overeenkomsten tussen de kerk in deze werelddelen en die in Amerika.
In onderscheid met wat oorspronkelijk in Europa het geval was, is er geen relatie tussen kerk en staat waarbij de staat ofwel slechts aan één kerk ruimte biedt of één kerk een bevoorrechte status geeft. Steeds meer wordt het christendom gekenmerkt door vrijwilligheid, een principe dat ook voor het Amerikaanse christendom regel is geworden. De organisatie van het kerkelijke leven in al zijn facetten staat los van de overheid. Daar komt bij dat het Amerikaanse protestantisme sociologisch gezien een andere verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk heeft dan in Europa.
De Reformatie is in het Amerikaanse collectieve bewustzijn geen breuk in de geschiedenis van het eigen christendom. Het Amerikaanse protestantisme is wel getypeerd als een ”christendom zonder Reformatie”. Feitelijk geldt dat ook voor het christendom in een groot deel van Azië (de Filipijnen vormen een uitzondering) en Afrika.
De opkomst van het christendom in Azië en Afrika is verbonden met het proces van dekolonisatie. In Oost-Afrika heeft het christelijk geloof zich vanaf het midden van de vorige eeuw stormachtig verspreid. De opmerkelijke opmars van het christelijke geloof in Korea staat niet los van het feit dat het land vanaf het einde van de negentiende eeuw niet langer de hegemonie van China maar die van Japan moest erkennen.
De onzekerheid die dit in de Koreaanse samenleving gaf, vormde een vruchtbare voedingsbodem voor het christelijke geloof. Er kwam een Bijbelvertaling die niet op het Chinees was georiënteerd, maar op de taal van het gewone volk. Met name het in deze vertaling gebruikte woord voor ”God” klonk de Koreanen vertrouwd in de oren.
In de negentiende eeuw waren de meeste protestantse zendelingen van Britse afkomst. Naarmate het einde van de negentiende eeuw in zicht kwam, werd het aandeel van Noord-Amerika (waarbij Canada de VS procentueel overtrof) steeds groter, om ten slotte Groot-Brittannië te overvleugelen. Noll laat zien dat aanvankelijk in zendingsperiodieken vooral aandacht werd gevraagd voor de uitgezonden zendelingen. Steeds meer kwamen echter de christenen elders in de wereld zelf in beeld, al bleef hun dagelijkse leven lang onderbelicht.
Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw wordt ook uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor de onderdrukking van christenen. Eerst komen de communistische landen in beeld, later komen daar heel nadrukkelijk de islamitische landen bij.
Een stroming in het protestantisme die getalsmatig steeds belangrijker is geworden is de pinksterbeweging. In Latijns-Amerika heeft deze vorm van protestantisme een zeer sterke groei doorgemaakt. Dat is de reden dat de Rooms-Katholieke Kerk niet langer dit continent domineert.
Vaak wordt de opwekking in Azusastreet die in 1906 in Los Angeles plaatsvond als het begin van de pinksterbeweging gezien. Noll beargumenteert dat dit beeld onvolledig is. Reeds eerder zijn er pinksterachtige vormen van christendom aanwijsbaar, terwijl ook later pinksterachtige vormen van christendom ontstaan zonder dat er een directe relatie te zien valt met de pinksterbeweging die zich vanuit Azusastreet heeft verspreid.
Zeker is dat de Heere de eeuwen door wereldwijd Zijn kerk in stand houdt. De Bijbel is voor christenen de enige norm en bron van het geloof. Dat maakt kennis van de kerkgeschiedenis niet overbodig. Hier ligt een zwakte van het Amerikaanse christendom en ook van veel vormen van christendom op het zuidelijk halfrond. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat veel christenen op het zuidelijk halfrond weinig mogelijkheden hebben kennis om te nemen van de rijke schatten van de christelijke traditie; kennis die kan behoeden voor het vallen in strikken waarin vorige generaties vielen.
Westerse christenen kunnen hierin iets betekenen voor christenen elders in de wereld, terwijl ook de kerk in het Westen zelf gebaat is bij een doorleefd besef van haar katholieke en daarmee de eeuwen omspannende karakter. Kern van het christelijk geloof is en moet zijn dat de Drie-enige God de God is van volkomen zaligheid.
The New Shape of World Christianity. How American Experience Reflects Global Faith, Mark A. Noll; uitg. IVP USA, Downers Grove, Illinois, 2009; ISBN 978 0 8308 2847 0; 212 blz.; € 25,-.